De GC 100 camera koppelen met een Garmin kaartplotter

Voordat u een draadloos toestel kunt verbinden met het draadloze netwerk van de kaartplotter, moet u het Wi‑Fi® netwerk (Het Wi‑Fi netwerk instellen) van de kaartplotter configureren.

De interne batterij van de GC™ 100 camera moet worden opgeladen voordat deze kan worden gekoppeld met een kaartplotter. Het statuslampje van de camera knippert oranje terwijl de interne batterij nog wordt opgeladen. In sommige gevallen duurt het enkele minuten voordat het statuslampje gaat branden nadat de camera is aangesloten op een stopcontact.

U kunt de camera tijdelijk uit de behuizing verwijderen om het koppelen met de kaartplotter te vergemakkelijken. De interne batterij van de camera kan deze gedurende korte tijd van stroom voorzien.

  1. Druk minstens drie keer snel op Aan-uitknop terwijl de camera zich binnen een zichtafstand van 76 m (250 ft.) van de kaartplotter bevindt.

    Het statuslampje van de camera begint blauw te knipperen om aan te geven dat er wordt gezocht naar een kaartplotter.

  2. Selecteer op de kaartplotter Instel​lingen > Communicatie > Draadloze toestellen > Garmin camera > Start.
  3. Volg de instructies op het scherm.
GUID-25CCEC48-337E-47C0-8B89-5C35CCDB65AC v27
Maart 2024