2.0 FILT configuratie-instellingen

In het filterconfiguratiemenu kunt u de filtering van gegevens die van de sensor worden ontvangen, aanpassen voordat deze worden weergegeven in elke gegevenscategorie (2.1 tot en met 2.d).

Hoe hoger u de filterwaarde (0 tot en met d) voor elke gegevenscategorie instelt, hoe meer de gegevens worden gefilterd om de meest extreme meetwaarden te verwijderen. Door bijvoorbeeld voor TWS een hogere filterwaarde in te stellen kan bij stormachtig weer een stabielere meetwaarde voor windsnelheid worden verkregen.

De woordenlijst bevat de in dit menu gebruikte afkortingen voor gegevenstypen (Verklaring van afkortingen).

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-6A13DE9A-5914-44D6-ACBB-3A1F90360E86 v5