Uw spoorlog aanpassen

U kunt de manier waarop uw toestel sporen weergeeft en vastlegt aanpassen.

  1. Selecteer Sporenbeheer > Current Activity > Information.
  2. Selecteer een optie:
    • Als u de kleur van het actieve spoor op de kaart wilt wijzigen, selecteert u Kleur.

    • Als u een lijn wilt weergeven op de kaart die uw spoor aangeeft, selecteert u Toon op kaart.

  3. Selecteer Menu > Setup Activities > Opnamemethode.
  4. Selecteer een optie:
    • Selecteer Automatisch als u de tracks met variabele intervallen en dus optimaal wilt vastleggen.

    • Als u de sporen op basis van een opgegeven afstand wilt vastleggen, selecteert u Afstand.

    • Als u de sporen op basis van een opgegeven tijd wilt vastleggen, selecteert u Tijd.

  5. Selecteer Interval.
  6. Voer een van onderstaande handelingen uit:
    • Als u Automatisch hebt geselecteerd als Opnamemethode, selecteert u een optie om sporen vaker of minder vaak vast te leggen.

      OPMERKING: De optie Vaakst geeft de meest gedetailleerde sporen weer, maar neemt de meeste geheugenruimte in het toestel in beslag.
    • Als u Afstand of Tijd hebt geselecteerd als Opnamemethode, voert u een waarde in en selecteert u Checkmark.

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-C293BF8A-157E-4E04-B49B-1348E15C7788 v5