Koersinstellingen
U kunt de kompasinstellingen aanpassen.
Selecteer
.- Scherm
-
Selecteer het type koersweergave voor het kompas:
- Noordreferentie
-
Hiermee stelt u de noordreferentie van het kompas in.
- Ga naar lijn/wijzer
-
Hier kunt u de peilingwijzer gebruiken die de richting van uw bestemming aanwijst, of de koerswijzer gebruiken die de relatie weergeeft tussen uw bewegingsrichting en de koerslijn naar uw bestemming.
- Kompas
-
Selecteer Auto om over te schakelen van een elektronisch kompas naar een GPS-kompas als u zich gedurende een bepaalde periode met grotere snelheid verplaatst.
- Kalibreer kompas
-
Hiermee kunt het kompas kalibreren als uw kompas onregelmatig werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme temperatuurschommelingen. Zie Het kompas kalibreren.
Hoofdonderwerp: Het toestel aanpassen