De sensoren met uw toestel koppelen

Wanneer u voor de eerste keer een draadloze sensor via ANT‍+® of Bluetooth® technologie met uw toestel wilt verbinden, moet u het toestel en de sensor eerst koppelen. Nadat de koppeling is voltooid, maakt het toestel automatisch een verbinding met de sensor wanneer u een activiteit start en de sensor actief is en zich binnen bereik bevindt.

OPMERKING: De aanwijzingen voor het koppelen verschillen voor ieder Garmin® compatibel toestel. Raadpleeg uw gebruikershandleiding.
  • Breng het Garmin compatibele toestel binnen 3 m (10 ft.) van de sensor.
  • Zorg ervoor dat u minstens 10 m (33 ft.) bij andere draadloze sensoren vandaan bent tijdens het koppelen.
  • Draai de pedaalarm of het wiel twee keer rond om de sensor te activeren.

    De LED knippert vijf seconden groen om de werking te bevestigen. De LED knippert rood als de batterij bijna leeg is.

  • Koppel de sensor, indien beschikbaar, met behulp van ANT‍+ technologie.
    OPMERKING: De sensor kan worden gekoppeld met maximaal twee Bluetooth apparaten en een willekeurig aantal ANT‍+ apparaten.

Als u de koppeling één keer tot stand hebt gebracht, herkent het Garmin compatibele toestel daarna automatisch de draadloze sensor als u deze activeert.

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-3B99F80D-E0E8-488B-8B77-3D1DF0DB9E20 v4