Selecteer > Kaartweergave.

Voertuigpictogram

Hiermee kiest u het voertuigpictogram voor het aangeven van uw positie op de kaart.

Autokaartweergave

Hiermee stelt u het perspectief in dat wordt gebruikt voor de kaartweergave.

Kaartdetail

Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als er meer details worden weergegeven, wordt de kaart mogelijk langzamer opnieuw getekend.

Waypointlabels

Hiermee stelt u de grootte van waypointlabels op de kaart in.

Opruimen van waypoints

Verbergt waypointpictogrammen als er sterk wordt ingezoomd op de kaart.

Afstandcirkels

Geeft cirkels weer op de kaart, die de afstand tot u aangeven. De afstand tot de binnenste cirkel wordt linksonder op het scherm weergegeven.

OPMERKING: Afstandsringen worden alleen weergegeven als u het kaartperspectief Koers boven of Noord boven gebruikt (Het kaartperspectief wijzigen).

Automatisch zoomen

Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik van de kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en uitzoomen.

Bevestiging voor Volgende stopplaats overslaan

Hiermee stelt u een bevestigingsbericht in dat wordt weergegeven als u een locatie op uw route overslaat.

Eenheden

Hiermee wijzigt u de maateenheden.

Positie​weergave

Hiermee stelt u de indeling in die wordt gebruikt voor geografische positiecoördinaten en het coördinatensysteem dat wordt gebruikt door de kaart (Instellingen voor positieformaat).

Kaartbeheer

Hiermee beheert u kaarten die op het toestel zijn geïnstalleerd.