De Descent™ X50i duikcomputer ondersteunt meerdere duikmodi. Elke duikmodus heeft vier fasen: Veiligheidscontrole vóór de duik, oppervlakteweergave, tijdens duik en na de duik. Tijdens de controle voorafgaand aan de duik kunt u de duikinstellingen bevestigen voordat u begint met duiken (Duikinstellingen). U kunt ook de verbinding met uw gekoppelde Descent accessoires bevestigen. De oppervlakfase toont de gegevensschermen voor de duikmodus ( Duikgegevensschermen). De duikfase toont gegevens over de duik die wordt uitgevoerd en andere toestelfuncties, zoals GPS, zijn uitgeschakeld (Duiken). Tijdens de controle na de duik kunt u een overzicht van de voltooide duik bekijken (De duiklogboek-app weergeven).

Single-gas

In deze modus kunt u duiken met één gasmengsel. U kunt maximaal 11 extra gassen instellen als back-upgassen.

Multi-gas

Met deze modus kunt u meerdere gasmengsels configureren en van gas wisselen tijdens de duik. U kunt een zuurstofgehalte instellen van 5 tot 100%. Deze modus ondersteunt één bodemgas en maximaal 11 extra gassen voor decompressie of als back-up.

OPMERKING: Geen decompressiegrens (NLD) en Tijd tot oppervlak (TTS) berekenen het gebruik van bodemgas en decompressiegas. Reservegassen worden niet gebruikt in de berekeningen van NDL en TTS totdat u ze activeert tijdens een duik.

CCR

Met deze modus voor het duiken van gesloten circuit van de ontluchter (CCR) kunt u twee partiële 'druk van instelpunten' voor zuurstof (PO2), verdunningsgassen met gesloten circuit (CC) en decompressie- en back-upgassen met open circuit (OC) configureren.

Gauge

Met deze modus kunt u duiken met standaard bodemtijdfuncties.

OPMERKING: Na een duik in de dieptemetermodus, kan de duikcomputer 24 uur alleen worden gebruikt in de dieptemetermodus.