U kunt de duikinstellingen naar eigen behoeften instellen. Niet alle instellingen zijn in alle duikmodi beschikbaar. U kunt de instellingen als u wilt vlak voor een duik nog bewerken.

Selecteer Duik-​instellingen.

Gassen

Hiermee stelt u de gasmengsels in die worden gebruikt in de gasduikmodi (Uw ademhalingsgassen instellen). U kunt maximaal twaalf gassen gebruiken voor elke duikmodus met gas.

Duiknetwerk- en luchtintegratie

Koppelt Descent™ zendontvangers en configureert de gegevensschermen (Luchtintegratie).

Conservatisme

Hiermee stelt u de mate van conservatisme in voor decompressieberekeningen in. Hoe hoger het conservatisme, hoe korter u op de bodem kunt blijven en hoe langer de stijgtijd. De optie Aangepast stelt een aangepaste hellingsfactor in.

OPMERKING: Zorg dat u bekend bent met aangepaste hellingsfactoren voordat u een aangepaste waarde voor conservatisme invoert.

Watertype

Hiermee stelt u het watertype in.

PO2

Hiermee stelt u de partiële druk in van de drempelwaarden voor zuurstof (PO2), in bar, voor de maximaal toelaatbare duikdiepte (MOD), decompressie, waarschuwingen en kritieke waarschuwingen (De PO2-drempel instellen).

Scuba-waarschuwingen

Hiermee stelt u aangepaste waarschuwingen in voor gasduiken (Een aangepaste duikwaarschuwing instellen).

Scherminstellingen

Hiermee kunt u de gegevensschermen voor elke duikmodus aanpassen ( Duikgegevensschermen). .

Veiligheidsstop

Wijzigt de duur van de veiligheidsstop.

Laatste deco-stop

Stelt de diepte van de laatste decompressiestop in.

Duikvertraging beëindigen

Stelt in hoelang het duurt voordat het toestel de duik na terugkeer naar de oppervlakte beëindigt en opslaat.

CCR setpoints

Stelt de hoge en lage PO2-setpoints in voor het duiken met een closed-circuit rebreather (CCR) (CCR-setpoints instellen).

Duiksnelkoppelingen

Hiermee wijst u sneltoetsen toe voor gebruik tijdens duiken (Dive Shortcuts).

Geavanceerde instellingen

Pas de geavanceerde instellingen voor de duikmodus aan (Geavanceerde instellingen voor duikmodus).