Satellietinstellingen

U kunt de GNSS-satellietinstellingen wijzigen om de satellietsystemen aan te passen die voor elke activiteit worden gebruikt. Ga voor meer informatie over GNSS-satellietsystemen naar garmin.com/aboutGPS.

Druk op de wijzerplaat op Line drawing of the watch with a top button callout, selecteer Activiteiten, selecteer een activiteit, blader omlaag, selecteer de activiteitinstellingen en selecteer Satellieten.

OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
Uit

Hiermee schakelt u de GNSS-satellietsystemen voor de activiteit uit.

Gebruik standaard

Hiermee kan de watch de standaardmodus voor activiteitsfocus voor GNSS-satellieten gebruiken (Een standaard focusmodus aanpassen).

Alleen GPS

Hiermee activeert u het GPS-satellietsysteem.

Alle systemen

Hiermee activeert u meerdere GNSS-satellietsystemen. Als u meerdere GNSS-satellietsystemen tegelijkertijd gebruikt, krijgt u betere prestaties in moeilijke omgevingen en kunt u sneller uw positie bepalen dan met alleen GPS. Als u meerdere GNSS-systemen gebruikt, kan de levensduur van de batterij sneller afnemen dan alleen met GPS.

UltraTrac

Legt spoorpunten en sensorgegevens minder vaak vast. Door de UltraTrac functie in te schakelen, wordt de batterijduur verlengd, maar neemt de kwaliteit van de vastgelegde activiteiten af. U kunt de UltraTrac functie gebruiken voor activiteiten die een langere levensduur van de batterij vereisen en waarvoor regelmatige updates van de sensorgegevens minder belangrijk zijn.

GUID-C144B465-A0C8-4FE9-AFE6-41A3FE3F1D9A v2
November 2025