Het patroonsturingspatroon instellen en volgen

Voordat u dit koerspatroon kunt gebruiken, moet de roerbediening op hetzelfde NMEA 2000® netwerk zijn aangesloten als een compatibele Garmin® kaartplotter en een GPS-bron.

U kunt het patroonsturingspatroon gebruiken om de boot zodanig te sturen dat deze herhaaldelijk over een actief via-punt vaart. Wanneer u het patroonsturingspatroon start, zet de stuurautomaat koers naar het actieve via-punt en wordt het patroonsturingspatroon ingezet.

U kunt de afstand tot het via-punt en de locatie waar de stuurautomaat de koers draait om weer opnieuw over het via-punt te varen, aanpassen. Met de standaardinstelling wordt de boot gedraaid bij een afstand van 300 m (1000 ft.) vanaf het actieve via-punt.

Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw Garmin kaartplotter voor meer informatie over het instellen en gebruiken van waypoints.

  1. Selecteer in het stuurautomaatscherm Menupictogram > Patroonkoers > Patroonsturing.
  2. Selecteer zo nodig Lengte en selecteer een afstand.
  3. Selecteer Bakboord inschakelen of Stuurboord inschakelen.
Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-BD39FCBD-2F6F-4A48-8A61-1FE1F349792B v2