Aandachtspunten bij de montage
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Wanneer dit toestel op een dashboard of ander vlak oppervlak verzonken wordt gemonteerd, wordt het met beugels aan de achterkant van het oppervlak gespannen in de opening gehouden. Wanneer u een locatie kiest en voordat u de opening doorzaagt, moet u ervoor zorgen dat u toegang hebt tot de achterkant van het montageoppervlak, zodat u de beugels op het toestel kunt installeren en bevestigen. Zorg er ook voor dat er voldoende ruimte is voor de beugels en de aangesloten kabels achter het montageoppervlak. De benodigde ruimte varieert, afhankelijk van de dikte van het montageoppervlak, het type beugels en de kabels die u wilt aansluiten.
Bij verzonken montage van het toestel mag de kromming van het montageoppervlak niet meer zijn dan 0,5 mm (1/64 in.) Als u het toestel verzonken monteert op een oppervlak met een kromming die deze limiet overschrijdt, kan het toestel beschadigd raken.
-
De locatie moet toegang bieden tot de achterkant van het oppervlak en voldoende ruimte bieden bij het monteren van het toestel.
-
Bij verzonken montage van het toestel moet het oppervlak relatief vlak zijn, met een kromming van maximaal 0,5 mm (1/64 in.).
-
De locatie moet optimaal zicht bieden tijdens het besturen van uw boot.
-
De locatie moet eenvoudig toegang bieden tot alle interfaces van het toestel, zoals de knoppen, het aanraakscherm en de kaartlezer, indien van toepassing.
-
De locatie moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het toestel te dragen en te beschermen tegen overmatige trillingen of schokken.
-
Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is vermeld in de productspecificaties.
-
Op de locatie moet ruimte beschikbaar zijn voor het geleiden en aansluiten van alle kabels.
-
Bij verzonken montage mag de locatie geen vlak, horizontaal oppervlak zijn. De locatie moet in een verticale hoek zijn.
-
De locatie en zichthoek moeten worden getest voordat u het toestel plaatst. Hoge zichthoeken van boven- en onderaf kunnen leiden tot een slechter beeld.