lib_ANSI_marine

WAARSCHUWING

Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking van de kaartplotter, de viszoeker of de sonar voor waarschuwingen met betrekking tot het product en andere belangrijke informatie.

OPMERKING

Als u de hoge-frequentie draden aansluit op het lage-frequentie klemmenblok, of de lage-frequentie draden op het hoge-frequentie klemmenblok, leidt dit tot schade aan het toestel en de transducer.

OPMERKING

De kabels naar de transducer mogen niet worden ingekort. Als u de transducerkabels afsnijdt, vervalt uw garantie.

WAARSCHUWING

Het toestel moet worden geïnstalleerd met een of meer anti-rotatiebouten (meegeleverd). Als u dit niet doet, kan het toestel gaan draaien terwijl de boot beweegt en het schip mogelijk beschadigen.

OPMERKING

Om permanente schade aan het oppervlak van de transducer te voorkomen, mogen bij het reinigen geen oplosmiddelen zoals minerale spiritus, aceton, methylethylketon (MEK) of vergelijkbare producten worden gebruikt. Gebruik geen schuurmachine of hogedrukreiniger om de transducer te reinigen.

WAARSCHUWING

U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing van uw vaartuig. De stuurautomaat is een hulpmiddel waarmee u de boot beter kunt besturen. Dit ontheft u echter niet van uw verantwoordelijkheid om de boot veilig te besturen. Voorkom gevaarlijke navigatie en zorg ervoor dat het roer nooit onbemand is.

WAARSCHUWING

Wees altijd in staat om snel de handmatige besturing van uw boot over te nemen.

WAARSCHUWING

Oefen de bediening van de stuurautomaat op kalm en open water dat vrij is van gevaren.

WAARSCHUWING

Wees voorzichtig met het bedienen van de stuurautomaat in de buurt van gevaren op het water, zoals dokken, palen en andere boten.

WAARSCHUWING

De functie Auto Guidance is gebaseerd op elektronische kaartgegevens. De gegevens garanderen niet dat de route vrij is van obstakels en dat deze diep genoeg is. Let tijdens het volgen van de koers altijd goed op en vermijd land, ondiep water en andere obstakels die u onderweg kunt tegenkomen.

WAARSCHUWING

Als uw motor is uitgerust met een noodstopschakelaar, moet u weten hoe u deze moet bedienen in geval van nood. Als uw motor geen noodstopschakelaar heeft, dient u er een te installeren voordat u de stuurautomaat installeert.

WAARSCHUWING

Om mogelijk letsel en schade aan uw boot te voorkomen, moet de stuurautomaat door een gekwalificeerde nautische installateur worden gemonteerd. Voor een juiste installatie is speciale kennis van nautische stuurinrichtingen en elektronische systemen vereist.

LET OP

Als uw vaartuig over een stuurautomaat beschikt, moet bij elk roer een bedieningsscherm zijn geïnstalleerd waarmee de stuurautomaat kan worden uitgeschakeld.

OPMERKING

Deze pomp mag niet worden gemonteerd met een stuurinrichting met een niet-ontlucht reservoir, omdat dit de pomp zal beschadigen. Voordat u de pomp installeert, moet u controleren of de stuurinrichting van het schip een geventileerd reservoir heeft. Gewoonlijk bevindt de ontluchtingsopening zich in de vuldop van het hoogste roer. Als u niet weet of de stuurinrichting is ontlucht, dient u dit te controleren bij de fabrikant van het roer of het reservoir.

WAARSCHUWING

Geen gevolg geven aan deze waarschuwingen en aanbevelingen kan resulteren in persoonlijk letsel, schade aan het vaartuig of toestel, of slecht functioneren van het product.

WAARSCHUWING

U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing van uw vaartuig. Sonar is een hulpmiddel dat u meer informatie geeft over het water onder uw boot. Het ontheft u echter niet van uw verantwoordelijkheid om het water rond uw boot in de gaten te houden tijdens het navigeren.

WAARSCHUWING

Alle route- en navigatielijnen die op de kaartplotter worden weergegeven, zijn alleen bedoeld als algemene routebegeleiding of om de juiste vaarwegen te herkennen, en zijn niet bedoeld om precies te worden gevolgd. Neem altijd de navigatiekenmerken en omstandigheden op het water in acht als u navigeert om te voorkomen dat u aan de grond loopt of er gevaarlijke situaties optreden, hetgeen kan resulteren in schade aan het vaartuig, persoonlijk letsel of overlijden.

WAARSCHUWING

Alle route- en navigatielijnen die op het toestel worden weergegeven, zijn alleen bedoeld als algemene routebegeleiding of om de juiste vaarwegen te herkennen, en zijn niet bedoeld om precies te worden gevolgd. Neem altijd de navigatiekenmerken en omstandigheden op het water in acht als u navigeert om te voorkomen dat u aan de grond loopt of er gevaarlijke situaties optreden, hetgeen kan resulteren in schade aan het vaartuig, persoonlijk letsel of overlijden.

WAARSCHUWING

Kijk niet direct naar de antenne op korte afstand wanneer de radar uitzendt, om mogelijk letsel te voorkomen. De ogen zijn het gevoeligste deel van het lichaam als het om elektromagnetische energie gaat.

WAARSCHUWING

De weersinformatieservice die via dit product wordt aangeboden, kan worden onderbroken en kan fouten, onnauwkeurigheden of verouderde informatie bevatten en dient derhalve niet als exclusieve informatiebron te worden gebruikt. Gebruik altijd uw gezonde verstand tijdens het navigeren, en controleer alternatieve bronnen van weersinformatie bij het nemen van beslissingen waarbij de veiligheid in het geding is. U bevestigt en gaat ermee akkoord dat u als enige verantwoordelijk bent voor het gebruik van de weersinformatie en alle beslissingen die u neemt met betrekking tot navigatie op basis van de weersinformatie. Garmin® kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gevolgen van het gebruik van SiriusXM® weersinformatie.

WAARSCHUWING

De radar zendt elektromagnetische energie uit. Om mogelijk persoonlijk letsel, schade aan het schip of het toestel of een slechte werking van het product te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat de radar is geïnstalleerd volgens de aanbevelingen in deze instructies en dat alle personen uit de buurt van het pad van de radarstraal zijn voordat u de radar inschakelt. Indien correct geïnstalleerd en bediend, voldoet het gebruik van deze radar aan de vereisten van de ANSI/IEEE C95.1-1992 normen voor veiligheidsniveaus inzake menselijke blootstellingen aan radiofrequente elektromagnetische velden.

WAARSCHUWING

Wanneer u Ga naar gebruikt, kunnen een directe koers en een gecorrigeerde koers over land of door ondiep water lopen. Gebruik visuele waarnemingen om land, ondiep water en andere gevaarlijke objecten te vermijden.

LET OP

Dit toestel dient alleen te worden gebruikt als navigatiehulpmiddel. Het gebruik van het toestel voor enig doel waarvoor precieze metingen of richting, afstand, locatie of topografie vereist zijn, kan leiden tot persoonlijk letsel of schade aan het schip.

OPMERKING: 3D-kaartweergaven zijn beschikbaar met premiumkaarten, in sommige gebieden.
OPMERKING: In sommige gebieden is de viskaart beschikbaar bij premiumkaarten.
OPMERKING: In sommige gebieden is deze functie beschikbaar bij premiumkaarten.
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance beschikbaar bij premiumkaarten.
OPMERKING: Als u de functie Auto Guidance gebruikt, geeft een grijs gedeelte op de magenta lijn aan dat de functie Auto Guidance een deel van de Auto Guidance lijn niet kan berekenen. Dit wordt veroorzaakt door de instellingen voor een veilige, vrije doorvaart bij een minimale waterdiepte en obstakelhoogte.
WAARSCHUWING

Lees of beantwoord geen berichten tijdens het besturen van het vaartuig. Als u geen aandacht geeft aan de omstandigheden op het water, kan dit resulteren in schade aan vaartuigen, lichamelijk letsel of overlijden.

WAARSCHUWING

Bekijk geen video's of foto's terwijl u het vaartuig bestuurt. Als u geen aandacht geeft aan de omstandigheden op het water, kan dit resulteren in schade aan vaartuigen, lichamelijk letsel of overlijden.

WAARSCHUWING

Als dit toestel niet volgens deze instructies wordt geïnstalleerd, kan dit resulteren in persoonlijk letsel, schade aan het vaartuig of toestel, of slecht functioneren van het product.

LET OP

Om mogelijk persoonlijk letsel of schade aan het toestel en het vaartuig te voorkomen, moet u de stroomvoorziening van het vaartuig loskoppelen voordat u het toestel gaat installeren.

LET OP

Om mogelijk persoonlijk letsel of schade aan het toestel of het vaartuig te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat het toestel volgens de instructies in de handleiding op de juiste wijze is geaard voordat u het op het voedingsnet aansluit.

LET OP

Wees voorzichtig bij gebruik op hete oppervlakken van het koellichaam, de motor en de elektromagnetische onderdelen om persoonlijk letsel te voorkomen.

LET OP

Let bij gebruik op het risico van beknelling door of contact met bewegende delen om persoonlijk letsel te voorkomen.

LET OP

Wees voorzichtig bij het werken op grote hoogte om persoonlijk letsel te voorkomen.

LET OP

Om mogelijk persoonlijk letsel of schade aan dit toestel en het vaartuig te voorkomen, dient u dit toestel alleen te installeren wanneer het vaartuig op het land is, of wanneer het op de juiste wijze is afgemeerd en vastgezet in kalm water.

LET OP

Voor de best mogelijke prestaties en om mogelijk letsel, schade aan het toestel of schade aan uw vaartuig te voorkomen, wordt installatie door een gekwalificeerde scheepsinstallateur aanbevolen.

OPMERKING

Als u verbinding maakt met een bestaand NMEA 2000® netwerk, moet u de NMEA 2000 voedingskabel identificeren. Er is slechts één NMEA 2000 voedingskabel benodigd voor het NMEA 2000 netwerk om goed te werken.

Er moet een NMEA 2000 Power Isolator (010-11580-00) worden gebruikt in installaties waar de bestaande NMEA 2000 netwerkfabrikant onbekend is.

OPMERKING

Als u een NMEA 2000 voedingskabel installeert, moet u deze verbinden met de contactschakelaar van de boot of via een andere onderbrekingsschakelaar. NMEA 2000 toestellen zullen uw accu leegtrekken indien de NMEA 2000 voedingskabel rechtstreeks is aangesloten op de accu.

OPMERKING

Voor de best mogelijke prestaties moet het toestel volgens deze instructies worden geïnstalleerd.

OPMERKING

Voor de meest optimale prestaties en om mogelijke schade aan het toestel of uw vaartuig te voorkomen, moet u dit toestel volgens deze instructies installeren.

OPMERKING

Voor de best mogelijke prestaties moet het toestel volgens deze instructies worden geïnstalleerd. Neem contact op met Garmin Product Support als u problemen ondervindt tijdens de installatie.

OPMERKING

Om schade aan uw boot te voorkomen, moet dit toestel worden gemonteerd door een gekwalificeerde nautische installateur. Voor een juiste installatie is speciale kennis van nautische elektronische systemen vereist.

OPMERKING

Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de andere kant van het oppervlak bevindt om schade aan het vaartuig te voorkomen.

OPMERKING

Deze apparatuur dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde nautische installateur.

OPMERKING

Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.

OPMERKING

Dit toestel dient te worden gemonteerd op een goed geventileerde locatie die niet wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.

OPMERKING

U moet alleen bouten of zelftappende schroeven gebruiken om de draaivoet stevig te bevestigen. Als u schroeven met een verzonken kop gebruikt, kunt u de montagebeugel beschadigen.

OPMERKING

Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.

OPMERKING

Controleer of de meegeleverde schroeven het oppervlak niet binnendringen voordat u de onder-dekmontagesteun bevestigt aan het oppervlak. Als de meegeleverde schroeven te lang zijn, moet u schroeven aanschaffen die geschikt zijn voor het oppervlak, om de installatie te kunnen voltooien.

OPMERKING

Als uw model een DVI-poort heeft, is een blauwe rubberen afdichting meegeleverd. Deze afdichting moet worden aangebracht tussen de DVI-poort en de DVI-kabelconnector om schade aan de connectors te voorkomen.

OPMERKING

Een grijzen rubberen afdichting is meegeleverd voor de VGA-poort op het toestel. Deze afdichting moet worden aangebracht tussen de VGA-poort en de VGA-kabelconnector om schade aan de connectors te voorkomen. Bij het installeren van de afdichting moet de pijl op de zijkant van de afdichting in de richting van het toestel wijzen.

OPMERKING

Gebruik alleen het meegeleverde bevestigingsmateriaal om dit toestel te monteren. Door gebruik van niet bij het toestel geleverd bevestigingsmateriaal kan het toestel beschadigd raken.

OPMERKING

Als u het toestel op glasvezel monteert, gebruik bij het boren van de gaten een kleine verzinkboor om alleen in de bovenste gellaag een kleine verdieping aan te brengen. U voorkomt hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de schroeven worden aangedraaid.

OPMERKING

Als u het toestel op glasvezel monteert, gebruik bij het boren van de voorboorgaten een verzinkboor om alleen in de bovenste gellaag een kleine verdieping aan te brengen. U voorkomt hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de schroeven worden aangedraaid.

OPMERKING

Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de schroeven worden aangedraaid.

OPMERKING

Het montageoppervlak moet vlak zijn, zodat het toestel niet wordt beschadigd wanneer het is gemonteerd.

OPMERKING

Forceer kabelconnectors niet in de poort. Door forceren kunnen de pennen van de kabelconnector worden beschadigd. Als de kabelconnector recht op de poort staat, is deze gemakkelijk aan te sluiten.

OPMERKING

De kabeldoorvoerringen bieden geen waterdichte afdichting. Breng na installatie watervaste kit aan rond de ring en de kabel om een waterdichte afdichting te maken. Test het systeem voordat u de ringen waterdicht maakt.

OPMERKING

De juiste batterij wordt meegeleverd bij het toestel. Indien u een batterij plaatst die niet is meegeleverd of aangeschaft bij Garmin, kan het toestel beschadigd raken.

OPMERKING

Als de kern van een glasvezelromp met kern niet goed is afgedicht, kan water binnendringen in de kern en ernstige schade aan de boot veroorzaken.

LET OP

Let op dat u bij het installeren van de pomp in een systeem met een Uflex® MasterDrive™ nooit de hogedrukleiding doorsnijdt die de voeding met het roer verbindt om letsel of beschadiging van eigendommen te voorkomen.

OPMERKING

Gebruik de stuurautomaat nooit om de boot te besturen voordat elk onderdeel van het hydraulische systeem is ontlucht.

OPMERKING

Wanneer er een hydraulische leiding wordt toegevoegd aan het systeem, gebruik dan alleen leidingen van -4 [6 mm (1/4 inch) ID] of groter met machinaal vervaardigde of zelf te vervangen fittingen met een minimum belasting van 1000 lbf/in² (6.895 kPa).

OPMERKING

U mag geen tape, zoals Teflon®-tape of plamuur gebruiken op een hydraulische aansluiting in dit systeem. Klein vuil van tape of plamuur kan het hydraulische systeem binnendringen, in de kleppen vast komen te zitten en ervoor zorgen dat de stuurautomaat of het stuursysteem onbruikbaar wordt. Als u tape of plamuur op een hydraulische aansluiting in dit systeem gebruikt, vervalt uw garantie.

Wees voorzichtig bij het aanbrengen van vloeibaar schroefdraadafdichtmiddel om schade aan het hydraulische systeem of het stuurautomaatsysteem te voorkomen.

OPMERKING

Dit is een algemene procedure voor het ontluchten van een hydraulische stuurinrichting. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de stuurinrichting voor meer specifieke informatie over de ontluchting van het systeem.

OPMERKING

De pomp moet op een droge plaats worden geïnstalleerd, waar deze tegen water en weer beschermd is.

OPMERKING

Breng voor een lange levensduur van alle onderdelen minstens twee keer per jaar een roestpreventiemiddel aan op de pomp.

OPMERKING

Breng voor een lange levensduur van alle onderdelen minstens twee keer per jaar een roestpreventiemiddel aan op aandrijfeenheid.

OPMERKING

Houd alle onderdelen schoon en stofvrij tijdens het configureren van de pomp voor een stuurinrichting met een niet-gebalanceerde cilinder om te voorkomen dat de pomp beschadigd raakt.

OPMERKING

Als u de terugslagkleppen verwijdert nadat het hydraulische systeem is ontlucht, moet dit opnieuw worden ontlucht. Door het configureren van de terugslagklep komt er mogelijk weer lucht in het hydraulische systeem.

OPMERKING

Test de stuurautomaat bij een lage snelheid. Nadat de stuurautomaat is getest en ingesteld bij een lage snelheid, dient u de stuurautomaat bij een hogere snelheid te testen om normale gebruiksomstandigheden te simuleren.

OPMERKING

Indien de stuurinrichting van uw boot niet overeenkomt met een van de hydraulische schema's in deze handleiding en u niet zeker weet hoe u de pomp moet installeren, neem dan contact op met Garmin Product Support.

OPMERKING

De beweging van de aandrijfeenheid moet worden beperkt door fysieke eindstoppen. Als er geen eindstoppen zijn geïnstalleerd, werkt de aandrijfeenheid als een uitslagbegrenzer, waardoor de aandrijfeenheid beschadigd kan raken.

OPMERKING

De kabels naar de aandrijfeenheid mogen niet worden ingekort. Als u de kabels van de aandrijfeenheid afsnijdt, vervalt uw garantie.

OPMERKING

Deze pomp is alleen geschikt voor gebruik in combinatie met Garmin stuurautomaten. Pogingen deze pomp met een ander systeem te gebruiken, kunnen leiden tot schade aan het systeem, de pomp of het vaartuig.

WAARSCHUWING

Radio-operators met pacemakers, levensondersteunende apparatuur of elektrisch-medische apparatuur dienen niet te worden blootgesteld aan buitensporige radiofrequentievelden (RF-velden), omdat het RF-veld kan interfereren met de werking van de medische apparatuur.

LET OP

Dit toestel genereert radiofrequente energie (RF) en elektromagnetische energie (EME), en straalt deze uit. Het niet opvolgen van deze richtlijnen kan ertoe leiden dat mensen worden blootgesteld aan RF-straling die de maximaal toelaatbare blootstelling (MPE) overschrijdt.

GUID-563B38D8-74B2-49FE-84EA-A4CFF0E611E2 v7
Augustus 2023