De sensors op uw banden installeren

WAARSCHUWING

Het meetsysteem voor bandenspanning is alleen bedoeld voor gebruik met metalen ventielen. Installatie van een bandenspanningssensor op een niet-metalen ventiel kan schade aan de band en/of het ventiel veroorzaken, wat kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

LET OP

Om mogelijke schade aan de sensors of het voertuig te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat de geïnstalleerde sensors geen storing veroorzaken in de remmen, wielophanging of andere apparatuur in het voertuig. Als een geïnstalleerde sensor storing veroorzaakt in andere geïnstalleerde apparatuur in het voertuig, rijd dan niet met het voertuig terwijl de sensor is aangebracht.

LET OP

De banden van het voertuig mogelijk worden gebalanceerd nadat u sensor hebt geïnstalleerd om bandentrillingen en ongelijke bandenslijtage te voorkomen.

Voordat u de sensors op uw banden installeert, moet u de sensors configureren met uw zūmo® toestel.

  1. Verwijder de bestaande ventieldopjes van uw banden.
  2. Selecteer op uw zūmo toestel Apps > Banden​spanning om het voertuigprofieldiagram weer te geven.
  3. Installeer elke sensor op een ventiel door de sensor rechtsom vast te draaien.
    OPMERKING: U moet elke sensor op de juiste band installeren op basis van het voertuigprofieldiagram en de nummerstickers die op de sensors zijn aangebracht tijdens het installatieproces.
  4. Draai de wielen met de hand om te controleren of de sensors voldoende speling hebben en andere onderdelen van het voertuig niet in de weg zitten.
Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-35309A27-549E-4F48-976B-DFCC0CF5F3EB v3