De draadloze sensoren koppelen

Wanneer u voor de eerste keer een draadloze ANT‍+® of Bluetooth® sensor met uw Garmin® toestel verbindt, moet u het toestel en de sensor koppelen. Nadat de koppeling is voltooid, maakt het toestel automatisch een verbinding met de sensor wanneer u een activiteit start en de sensor actief is en zich binnen bereik bevindt.

TIP: Sommige ANT‍+ sensoren worden automatisch met uw toestel gekoppeld wanneer u een activiteit start terwijl de sensor is ingeschakeld en zich in de buurt van het toestel bevindt.
  1. Zorg dat u zich op minimaal 10 m (33 ft.) afstand van andere draadloze sensoren bevindt.
  2. Als u een hartslagmeter wilt koppelen, doet u eerst de hartslagmeter om.

    De hartslagmeter kan pas gegevens verzenden of ontvangen als u deze hebt omgedaan.

  3. Houd Letter B-symbool ingedrukt.
  4. Selecteer Instellingensymbool > Sensors > Voeg nieuw toe.
  5. Breng het toestel binnen 3 m (10 ft) van de sensor en wacht tot het toestel en de sensor zijn gekoppeld.

    Als het toestel verbinding heeft gemaakt met de sensor, ziet u boven aan het scherm een pictogram.

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-194A4E9B-9889-4074-9DA9-2ED9EC4B76FB v4