Garmin Quickdraw Contouren instellingen

Selecteer op een kaart Menu-knop > Quickdraw Contours > Instellingen.

Correctie tijdens opnemen

Hiermee stelt u de afstand in tussen de sonardiepte en de opnamediepte van de contouren. Als het waterniveau is veranderd sinds uw laatste opname, moet u deze instelling aanpassen zodat de opnamediepte hetzelfde is voor beide opnamen.

Als u bijvoorbeeld bij de vorige opname een sonardiepte van 3,1 m (10,5 ft.) had en vandaag een sonardiepte van 3,6 m (12 ft.), dan voert u -0,5 m (-1,5 ft.) in als Correctie tijdens opnemen.

Weergavecorrectie gebruiker

Hiermee stelt u verschillen in contourdiepten en dieptelabels op uw eigen contourkaarten in als compensatie voor wijzigingen in het waterniveau, of voor dieptefouten in opgenomen kaarten.

Weergavecorrectie community

Hiermee stelt u verschillen in contourdiepten en dieptelabels op community-contourkaarten in als compensatie voor wijzigingen in het waterniveau, of voor dieptefouten in opgenomen kaarten.

Analysekleuren

Hiermee stelt u de kleur van het scherm Garmin Quickdraw™ Contours in. Als deze instelling is ingeschakeld, laten de kleuren de kwaliteit van de opname zien. Als deze instelling is uitgeschakeld, maken de contourgebieden gebruik van standaard kaartkleuren.

Groen geeft een goede diepte, een goede GPS-positie en een snelheid van minder dan 16 km/u (10 mijl/u) aan. Geel geeft een goede diepte, een goede GPS-positie en een snelheid tussen 16 en 32 km/u (tussen 10 en 20 mijl/u) aan. Rood geeft een slechte diepte of GPS-positie en een snelheid van meer dan 32 km/u (20 mijl/u) aan.

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-A511BBA3-36BB-4303-8A1F-A676E13CB451 v5