Tijdens tegen de wind in varen of racen helpt de koersassistentiefunctie u met het bepalen van de positieve of negatieve drift van uw boot. Wanneer u koersassistentie inschakelt, legt het toestel de 'koers over de grond'-metingen (COG) van uw boot aan bakboord en stuurboord vast, en gebruikt het toestel deze gegevens om de ware windrichting en de koershoek van de boot te berekenen.

Het toestel gebruikt deze gegevens om te bepalen of uw boot een positieve of negatieve drift heeft als gevolg van de draaiende wind.

De koersassistentie op het toestel is standaard op automatisch ingesteld, en het toestel berekent de koershoek en ware windrichting opnieuw, elke keer dat de COG aan bakboord en stuurboord wordt gekalibreerd. U kunt de instellingen voor koersassistentie veranderen als u een vaste koershoek of ware windrichting wilt invoeren.