Tips na het koppelen van de toestellen
-
Nadat de toestellen eenmaal zijn gekoppeld, kunnen ze automatisch verbinding maken zodra u ze inschakelt.
-
Wanneer uw telefoon is verbonden met uw toestel, kunt u spraakoproepen ontvangen.
-
Wanneer u het toestel inschakelt, probeert het toestel een koppeling tot stand te brengen met de laatste telefoon waaraan het was gekoppeld.
-
Mogelijk dient u uw telefoon zodanig in te stellen dat deze automatisch koppelt met het toestel wanneer het toestel wordt ingeschakeld.
-
De machtiging voor het delen van contacten moet ingeschakeld zijn om telefoongesprekken te kunnen beginnen. U kunt de machtiging voor het navigatietoestel inschakelen bij de Bluetooth® instellingen op uw telefoon.
-
U moet nagaan of de Bluetooth functies die u wilt gebruiken zijn ingeschakeld.