Spoorinstellingen

Selecteer Stel in > Sporen.

Opnamemethode

Hiermee selecteert u een methode om sporen vast te leggen. Auto legt de sporen met variabele intervallen vast voor een optimaal resultaat.

Interval

Hiermee selecteert u een vastleginterval voor het spoorlog. Bij frequenter vastleggen van spoorpunten ontstaat er een gedetailleerder spoor, maar raakt het spoorlog ook sneller vol.

AutoArchiveren

Hiermee selecteert u een methode voor automatisch archiveren om uw sporen te organiseren. Sporen worden automatisch opgeslagen en gewist.

Auto Pause

Pauzeert het vastleggen van uw spoor automatisch zodra u stopt met bewegen.

Automatisch starten

Hiermee kunt u automatisch een spoor vastleggen zodra het toestel de satellieten heeft gevonden.

Uitvoerindeling

Hiermee kunt u de indeling kiezen voor het vastleggen van een spoorlog. GPX-indeling is een traditioneel spoor dat kan worden weergegeven op de toestelkaart en kan worden gebruikt voor navigatie. Sporen kunnen worden bekeken via Sporenbeheer. FIT-indeling is een fitnessactiviteit die aanvullende informatie vastlegt (het aantal ronden bijvoorbeeld). Activiteiten kunnen worden bekeken op het toestel, maar zijn bedoeld voor Garmin Connect™. Selecteer Beide om uw gegevens in beide indelingen tegelijkertijd vast te leggen. Deze optie verbruikt meer opslagruimte.

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-9B308054-347D-444D-BEA4-7433C99CD41A v6