Trackinginstellingen

Selecteer in het hoofdmenu Stel in > Volgen.

Verzendinterval

Hiermee stelt u de frequentie in waarop het toestel een spoorpunt vastlegt en via het satellietnetwerk verzendt, wanneer u zich verplaatst.

Vastleginterval

Hiermee stelt u de frequentie in waarop het toestel uw locatie opslaat en de routelijn in het geheugen bijwerkt.

Auto Koers

Hiermee stelt u in dat de trackingfunctie automatisch wordt gestart wanneer u het toestel inschakelt.

Verl. tracking

Hiermee stelt u in dat het toestel tussen spoorpunten in slaapstand gaat om de batterij te sparen. In de slaapstand worden Bluetooth® draadloze technologie, gedetailleerde routelijnen en controleren op berichten uitgeschakeld.

Stilstaandinterval

Hiermee stelt u de frequentie in waarop het toestel een spoorpunt vastlegt en via het satellietnetwerk verzendt, wanneer u zich niet verplaatst. Deze instelling is alleen beschikbaar voor professionele klanten met een abonnement op bytebasis.

Burstdetectie

Hiermee stelt u in dat het toestel tijdens het tracken een gedetailleerde routelijn maakt en verzendt om uw locatie zo gedetailleerd mogelijk aan te geven. U kunt het aantal te gebruiken gegevens instellen, zodat het toestel zo veel mogelijk spoorpunten maakt. Deze instelling is alleen beschikbaar voor professionele klanten met een abonnement op bytebasis.

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-FA0F13D2-5453-46E0-ABD5-7EE4D4702413 v6