Een toestel voor watersnelheid kalibreren

Als u een snelheidssensor of transducer met snelheidsmeting hebt aangesloten op de kaartplotter, kunt u die snelheidssensor kalibreren om de nauwkeurigheid van de op de kaartplotter weergegeven watersnelheidsgegevens te verbeteren.

  1. Voer een van onderstaande handelingen uit:
    • Als de sensor of transducer is aangesloten op de kaartplotter of een sonarmodule, selecteert u Menu Instellingen > Mijn boot > Vaarsnelheid kalibreren.

    • Als de sensor of transducer is aangesloten op het NMEA 2000® netwerk, selecteert u Menu Instellingen > Communicatie > NMEA 2000-instelling > Toestellenlijst; selecteer de transducer en selecteer Bekijk > Vaarsnelheid kalibreren.

  2. Volg de instructies op het scherm.

    Als de boot te traag is of als de snelheidssensor niets registreert, verschijnt een melding.

  3. Selecteer OK, en verhoog geleidelijk de snelheid van de boot.
  4. Als het bericht weer wordt weergegeven, stop dan de boot en controleer of het wieltje met de sensor niet is vastgelopen.
  5. Als het wieltje zonder problemen draait, controleer dan de kabelverbindingen.
  6. Als de melding zich blijft voordoen, neem dan contact op met Garmin® Product Support.
GUID-25CCEC48-337E-47C0-8B89-5C35CCDB65AC v27
Maart 2024