De kielcorrectie instellen

U kunt een kielcorrectie invoeren om de waterdieptemeting te compenseren voor de installatielocatie van de transducer. Hierdoor kunt u, afhankelijk van uw wensen, de diepte van het water onder de kiel bekijken of de daadwerkelijke waterdiepte.

Als de transducer op de waterlijn of boven het uiteinde van de kiel is geïnstalleerd en u de waterdiepte onder de kiel wilt weten of het laagste punt van uw boot wilt vaststellen, meet u de afstand tussen de locatie van de transducer en de kiel van de boot.

Als de transducer onder de waterlijn is geïnstalleerd en u de daadwerkelijke waterdiepte wilt weten, meet u de afstand van de onderkant van de transducer tot de waterlijn.

OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar als u over geldige dieptegegevens beschikt.
  1. De afstand meten:
    • Als de transducer op de waterlijn Toelichting nummer één of boven het uiteinde van de kiel is geïnstalleerd, meet u de afstand tussen de locatie van de transducer en de kiel van de boot. Voer deze waarde in als een positief getal.

    • Als de transducer is geïnstalleerd op de waterlijn Toelichting nummer twee en u de daadwerkelijke waterdiepte weet, meet u de afstand tussen de transducer en de waterlijn. Voer deze waarde in als een negatief getal.


    Kielcorrectietekening met toelichtingen
  2. Voer een van onderstaande handelingen uit:
    • Als de transducer is aangesloten op de kaartplotter of een sonarmodule, selecteert u Menu Instellingen > Mijn boot > Diepte en anker > Kielcorrectie.

    • Als de transducer is aangesloten op het NMEA 2000® netwerk, selecteert u Menu Instellingen > Communicatie > NMEA 2000-instelling > Toestellenlijst; selecteer de transducer en selecteer Bekijk > Kielcorrectie.

  3. Selecteer Symbool plus als de transducer op de waterlijn is geïnstalleerd, of selecteer Symbool min als de transducer onder aan de kiel is geïnstalleerd.
  4. Voer de afstand in die in stap 1 is gemeten.
GUID-25CCEC48-337E-47C0-8B89-5C35CCDB65AC v27
Maart 2024