Radaroverlay en uitlijning van kaartgegevens
Wanneer u de radaroverlay gebruikt, lijnt de kaartplotter de radargegevens op basis van de voorliggende koers van het schip uit op de kaartgegevens. De koers wordt standaard bepaald door middel van de gegevens van een magnetische koerssensor die is aangesloten op een NMEA® 0183 of een NMEA 2000® netwerk. Als er geen koerssensor beschikbaar is, wordt de koers van het schip bepaald aan de hand van de GPS-koersgegevens.
De GPS-koersgegevens geven de richting aan waarin het schip vaart, en niet de richting waarnaar het schip wijst. Als het schip vanwege de stroming of de wind naar achteren of zijwaarts drijft, ligt de radaroverlay waarschijnlijk niet volledig op één lijn met de kaartgegevens. Dit kan worden vermeden door de gegevens over de voorliggende koers van een elektronisch kompas te gebruiken.
Als de voorliggende koers van het schip wordt bepaald op basis van de gegevens van een magnetische koerssensor of een stuurautomaat, kunnen de gegevens over de voorliggende koers onnauwkeurig zijn vanwege een verkeerde instelling, mechanisch defect, magnetische storing of andere factoren. In dat geval ligt de radaroverlay waarschijnlijk niet precies op één lijn met de kaartgegevens.