Spoorinstellingen
Selecteer in het hoofdmenu
.- Opnamemethode
-
Hiermee selecteert u een methode om sporen vast te leggen.
- Interval
-
Hiermee selecteert u een vastleginterval voor het spoorlog. Bij frequenter vastleggen van spoorpunten ontstaat er een gedetailleerder spoor, maar raakt het spoorlog ook sneller vol.
- Kleur
-
Hiermee wijzigt u de kleur van de routelijn op de kaart.
- AutoArchiveren
-
Hiermee selecteert u een methode voor automatisch archiveren om uw sporen te organiseren. Sporen worden automatisch opgeslagen en gewist.
- Uitvoerindeling
-
Hiermee stelt u in dat het spoor wordt opgeslagen als FIT- of GPX/FIT-bestand op het toestel (Bestandstypen).
Met de optie Activiteiten (FIT) wordt uw activiteit vastgelegd met fitnessinformatie die is toegesneden op de Garmin Connect™ app en voor navigatie kan worden gebruikt.
Met de optie Sporen (GPX/FIT) wordt uw activiteit vastgelegd als een traditioneel spoor dat op de kaart kan worden bekeken en kan worden gebruikt voor navigatie, en als een activiteit met fitnessinformatie.
- Reis vastleggen
-
Hiermee kunt u de optie voor het vastleggen van reisgegevens instellen.
- Herstel vastgelegde gegevens
-
Hiermee kunt u een optie voor het herstellen van gegevens instellen. Met de optie Spoor en reis worden de spoor- en reisgegevens aan het eind van het actieve spoor teruggezet op nul. De optie Op verzoek vraagt u om de gegevens te selecteren die u wilt herstellen.