Knoppen
|
|
Houd de knop ingedrukt om het toestel in of uit te schakelen. Druk herhaaldelijk in om de helderheid van de schermverlichting wijzigen. |
|---|---|
|
Knop |
Draai om in of uit te zoomen op een aanzicht. Draai om een optie te markeren in een menu. Druk om een gemarkeerde optie te selecteren. |
|
HOME |
Druk om het startscherm te openen. |
|
MENU |
Druk om een menu of opties op een pagina te openen of sluiten. |
|
FOCUS |
Druk om een markering naar een andere sectie op de pagina te verplaatsen. Druk om een markering naar een andere functie of een ander venster op een combinatiepagina te verplaatsen. |
|
|
Druk om te verschuiven op een kaart of echoloodscherm. Druk om de cursor te verplaatsen. Druk om een optie te markeren in een menu. |
|
BACK |
Druk om terug te keren naar het vorige scherm. |
|
SELECT |
Hiermee kunt u bevestigen dat u een bericht hebt gelezen en opties selecteren. |
|
NAV INFO |
Druk om het menu Waarheen? te openen en de navigatiefuncties te gebruiken. |
|
MARK/SOS |
Druk in om de huidige locatie als waypoint op te slaan. Houd gedurende één seconde ingedrukt om een SOS-locatie te markeren en een route terug naar de locatie te starten. |
|
Snelkoppelingsknoppen |
Houd ingedrukt om een snelkoppeling naar de geselecteerde functieknop te maken. Druk om het toegewezen scherm te openen. |