Het opslaginterval van het spoorlog configureren

U kunt de frequentie aangeven waarmee de sporen worden geregistreerd. Het frequent vastleggen van spoorpunten is nauwkeuriger maar hierdoor raakt het logboek met sporen wel sneller vol. Het resolutie-interval wordt aanbevolen voor het meest efficiënte gebruik van het geheugen.

  1. Selecteer NAV INFO > Sporen > Actieve spooropties > Interval > Interval.
  2. Selecteer een optie:
    • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van de afstand tussen twee punten, selecteert u Afstand > Wijzig, en voert u de afstand in.

    • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van tijdinterval, selecteert u Tijd > Wijzig, en geeft u het interval op.

    • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van een afwijking in de koers, selecteert u Resolutie > Wijzig, en voert u de maximale toegestane fout in van de ware koers voordat er een spoorpunt wordt vastgelegd. Dit is de aanbevolen instelling voor opnamen.

GUID-C3CEA164-A1CB-4B15-92F2-5C04944CC6F3 v26
April 2025