4.0 SENS configuratie-instellingen

4.1 WIND

Schakelt gegevens van de draadloos verbonden windsensor in of uit. Indien uit, worden gegevens van de draadloos verbonden windsensor niet verzonden via het NMEA 2000® netwerk.

4.2 ANGL

Hiermee kunt u de hoek van de windsensor aanpassen en de windsensor richten op de voorkant van de boot.

4.3 RSSI

Geeft de signaalsterkte weer tussen instrument en draadloze windsensor.

4.4 BSP%

Past de kalibratie van op het instrument weergegeven bootsnelheidsgegevens aan.

OPMERKING: Deze aanpassing is van invloed op de informatie die alleen op het nautische instrument wordt weergegeven. Andere toestellen die gebruikmaken van snelheidsgegevens van het NMEA 2000 netwerk moeten zo nodig afzonderlijk worden gekalibreerd.
Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-6A13DE9A-5914-44D6-ACBB-3A1F90360E86 v5