6.0 SYST configuratie-instellingen
- 6.1 LGHT
-
Hiermee past u de schermverlichting aan op een schaal van 0 tot 100%.
- 6.2 COLR
-
Hiermee stelt u de kleur van het instrumentscherm in.
De instellingen C00 tot en met C06 zijn de aangepaste kleuren die lokaal beschikbaar zijn op het nautische instrument.
De instelling C07 is een aangepaste kleurinstelling die wordt beheerd door andere instrumenten in het NMEA 2000® netwerk.
- 6.3 BEEP
-
Hiermee schakelt u het geluid bij indrukken van knoppen in of uit.
- 6.4 POWR
-
Hiermee kunt u wijzigen hoe het instrument wordt ingeschakeld.
De optie AuT schakelt het instrument automatisch in als het NMEA 2000 netwerk wordt ingeschakeld.
De optie OFF zorgt dat het instrument uitgeschakeld blijft als het NMEA 2000 netwerk wordt ingeschakeld. Het instrument moet worden ingeschakeld door te drukken op
.
- 6.5 PGES
-
Hiermee stelt u het aantal instrumentpagina's in.
- 6.6 SCRL
-
Hiermee schakelt u automatisch schuiven in instrumentschermen in of uit. De waarde die u opgeeft (1 tot en met 9) is het aantal seconden tussen elke schermwijziging.
Bij de instelling OFF is schuiven uitgeschakeld.
- 6.7 FILT
-
Hiermee stelt u de filterinstellingen in en past u deze aan.
De optie SYN synchroniseert filterinstellingen tussen het GNX™ Wind toestel en aangesloten kaartplotters en andere compatibele instrumenten.
De optie LOC beperkt de filterinstellingen tot het GNX Wind toestel. Deze instellingen worden niet gedeeld met aangesloten kaartplotters of andere compatibele instrumenten.
- 6.8 DFLT
-
Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen van het nautische instrument.
- 6.9 VER
-
Hiermee geeft u de geïnstalleerde versie van de software weer.