Applied Ballistics Verklarende woordenlijst

OPMERKING: De functie Applied Ballistics® is alleen beschikbaar op model Foretrex® 701.

Velden van schietoplossing

DOF

De schietrichting, met het noorden op 0 graden en het oosten op 90 graden. Invoerveld.

TIP: U kunt het kompas gebruiken om deze waarde in te stellen door met de bovenkant van het toestel in de schietrichting te wijzen. De huidige kompaswaarde wordt weergegeven in het veld DOF. U kunt ENTER selecteren om deze waarde te gebruiken. U kunt handmatig een waarde invoeren door Down arrow of Up arrow te selecteren.
OPMERKING: De DOF wordt alleen gebruikt voor het berekenen van het corioliseffect. Als u schiet op een doel op een afstand van minder dan 1000 meter, is dit invoerveld optioneel.
ELEVATION

Het verticale deel van de richtfunctie, weergegeven in milliradiaal (mil) of boogminuten (MOA).

RNG

De afstand tot het doel, weergegeven in yards of meter. Invoerveld.

W 1/2

Windsnelheid 1, windsnelheid 2 en de windrichting. Als de windrichting bijvoorbeeld DIR 9:00 is, waait de wind van links naar rechts, vanuit het oogpunt van de schutter. Invoerveld.

OPMERKING: Het veld voor windsnelheid 2 is optioneel. Het gebruik van zowel windsnelheid 1 als windsnelheid 2 is geen effectieve compensatie voor verschillende windsnelheden op verschillende afstanden tussen u en het doel. Als u deze velden gebruikt, worden de windwaarden geïsoleerd en worden minimale en maximale windcompensatiewaarden berekend.
WINDAGE 1

Het horizontale deel van de richtfunctie, gebaseerd op windsnelheid 1 en windrichting, weergegeven in milliradiaal (mil) of boogminuten (MOA).

WINDAGE 2

Het horizontale deel van de richtfunctie, gebaseerd op windsnelheid 2 en windrichting, weergegeven in milliradiaal (mil) of boogminuten (MOA).

Extra uitvoervelden

AERO JUMP

De hoogtecompensatie om aerodynamische stijging tegen te gaan. Aerodynamische stijging is de verticale afwijking van de kogel als gevolg van zijwind. Als er geen zijwindcomponent of windwaarde is, bedraagt deze waarde nul.

COS INCL

De cosinus van de hellingshoek ten opzichte van het doel.

DROP

De totale daling van de kogel tijdens de kogelbaan, weergegeven in inch.

H COR EFFECT

Het horizontale corioliseffect. Het horizontale corioliseffect is de berekende windcompensatie om het effect van horizontale corioliskracht op te heffen. Dit wordt altijd berekend door het toestel, hoewel het effect mogelijk minimaal is als u niet over een grote afstand schiet.

LEAD

De benodigde horizontale correctie om een doel te raken dat zich met een bepaalde snelheid van links naar rechts verplaatst.

TIP: Wanneer u de snelheid van uw doel invoert, verrekent het toestel de benodigde windcompensatie in de totale windcompensatiewaarde op de pagina Applied Ballistics.
MAX ORD

De maximale ordinaat. De maximale ordinaat is de maximale hoogte boven de as van de loop die een kogel bereikt tijdens de vlucht.

MAX ORD RNG

De afstand waarop de kogel de maximale ordinaat bereikt.

REM ENERGY

De resterende energie van de kogel tijdens inslag op het doel, uitgedrukt in voet-pond (ft. lbf) of joule (J).

SPIN DRIFT

De berekende windcompensatie om het effect van spin-drift (gyroscopische drift) tegen te gaan. Op het noordelijk halfrond heeft een kogel die wordt afgevuurd vanuit een rechtsom draaiende getrokken loop altijd een kleine afwijking naar rechts.

TOF

De vluchttijd (Time of Flight). Dit is de tijd die een kogel nodig heeft om vanaf een bepaalde afstand het doel te bereiken.

V COR EFFECT

Het verticale corioliseffect. Het verticale corioliseffect is de berekende hoogte-afwijking ter compensatie van verticale corioliskracht. Dit wordt altijd berekend door het toestel, hoewel het effect mogelijk minimaal is als u niet over een grote afstand schiet.

VEL MACH

De geschatte snelheid van de kogel op het moment van inslag op het doel, uitgedrukt in mach (Ma of M).

VELOCITY

De geschatte snelheid van de kogel op het moment van inslag op het doel.

Omgevingsvelden

AMB/STN PRESSURE

De omgevingsdruk (lokale druk). De omgevingsdruk wordt niet gecorrigeerd voor de druk op zeeniveau (barometrische druk). Voor de ballistische schietoplossing is de omgevingsdruk nodig. Invoerveld.

TIP: U kunt deze waarde handmatig invoeren of u kunt de optie USE CURRENT PRESSURE selecteren om de drukwaarde van de interne sensor in het toestel te gebruiken.
HUMIDITY

Het percentage vocht in de lucht. Invoerveld.

LATITUDE

De horizontale locatie op het oppervlak van de aarde. Negatieve waarden bevinden zich onder de evenaar. Positieve waarden bevinden zich boven de evenaar. Met deze waarde worden de verticale en horizontale coriolisafwijking berekend. Invoerveld.

TIP: U kunt de optie USE CURRENT POSITION selecteren om de GPS-coördinaten van uw toestel te gebruiken.
OPMERKING: LATITUDE wordt alleen gebruikt voor het berekenen van het corioliseffect. Als u schiet op een doel op een afstand van minder dan 914 meter (1.000 yard), is dit invoerveld optioneel.
TEMPERATURE

De temperatuur op uw huidige locatie. Invoerveld.

TIP: U kunt de temperatuurmetingen vanaf een aangesloten tempe™ sensor of andere temperatuurmeter handmatig invoeren. Dit veld wordt niet automatisch bijgewerkt wanneer het toestel is aangesloten op een tempe sensor.
WIND DIRECTION

De richting waar de wind vandaan komt. Een wind uit DIR 9:00 waait bijvoorbeeld vanaf uw linkerzijde naar uw rechterzijde. Invoerveld.

WIND SPEED 1

De windsnelheid die wordt gebruikt in de schietoplossing. Invoerveld.

WIND SPEED 2

Een optionele, extra windsnelheid die wordt gebruikt in de schietoplossing. Invoerveld.

TIP: U kunt twee windsnelheden gebruiken voor het berekenen van de windcompensatie die een hoge en lage waarde bevat. De werkelijke windcompensatie die u moet toepassen voor het schot, moet in dit bereik vallen.

Doelvelden

DIRECTION OF FIRE

De schietrichting, met het noorden op 0 graden en het oosten op 90 graden. Invoerveld.

OPMERKING: DIRECTION OF FIRE wordt alleen gebruikt voor het berekenen van het corioliseffect. Als u schiet op een doel op een afstand van minder dan 1000 meter, is dit invoerveld optioneel.
INCLINATION

De hellingshoek van het schot. Een negatieve waarde is een omlaag gericht schot. Een positieve waarde is een omhoog gericht schot. De schietoplossing vermenigvuldigt het verticale deel van de oplossing met de cosinus van de hellingshoek om de aangepaste oplossing voor een omhoog of omlaag gericht schot te berekenen. Invoerveld.

RANGE

De afstand tot het doel, weergegeven in yards of meter. Invoerveld.

SPEED

De snelheid van een bewegend doel, uitgedrukt in mijl per uur (mph) of kilometer per uur (km/h). Bij een negatieve waarde beweegt het doel naar links. Bij een positieve waarde beweegt het doel naar rechts. Invoerveld.

Profielvelden, kogeleigenschappen

BALLISTIC COEFFICIENT

De ballistische coëfficiënt van uw kogel, opgegeven door de fabrikant. Invoerveld.

TIP: Wanneer u een van de aangepaste Applied Ballistics weerstandscurves gebruikt, heeft de ballistische coëfficiënt een waarde van 1,000.
BULLET DIAMETER

De diameter van de kogel, gemeten in inch. Invoerveld.

OPMERKING: De diameter van de kogel kan afwijken van de naam van de kogel. Een 300 Win Mag heeft bijvoorbeeld een werkelijke diameter van 0,308 inch.
BULLET LENGTH

De lengte van de kogel, gemeten in inch. Invoerveld.

BULLET WEIGHT

Het gewicht van de kogel, gemeten in grein. Invoerveld.

DRAG CURVE

De aangepaste Applied Ballistics weerstandscurve of de standaardprojectielmodellen G1 of G7. Invoerveld.

OPMERKING: Bij de meeste langeafstandswapens ligt de luchtweerstand dichter bij G7.

Profielvelden, wapeneigenschappen

HORIZONTAL SIGHT SCALE FACTOR

Een lineaire vermenigvuldiging waarbij rekening wordt gehouden met horizontale schaling. Niet alle richtkijkers zijn perfect, waardoor de ballistische oplossing op schaal moet worden gecorrigeerd voor een bepaalde richtkijker. Als het mondstuk van de loop bijvoorbeeld met 10 mil wordt verplaatst, maar de inslag 9 mil is, is de zichtschaal 0,9. Invoerveld.

MUZZLE VELOCITY

De snelheid van de kogel wanneer deze het mondstuk van de loop verlaat. Invoerveld.

OPMERKING: Dit veld is vereist voor nauwkeurigere berekeningen door de schietoplossing. Als u de snelheid bij het mondstuk kalibreert, wordt het veld mogelijk automatisch bijgewerkt voor een nauwkeurigere schietoplossing.
OUTPUT UNITS

De maateenheden van de uitvoer. Een milliradiaal (mil) is 3,438 inch (8,733 cm) bij 100 yard (91,44 meter). Een boogminuut (MOA) is 1,047 inch (2,659 cm) bij 100 yard (91,44 meter).

SIGHT HEIGHT

De afstand vanaf de middenas van de loop tot de middenas van de richtkijker. Invoerveld.

TIP: U kunt deze waarde eenvoudig berekenen door de afstand tussen de bovenzijde van de grendel en het midden van de afstelling voor horizontale correctie te meten en de helft van de diameter van de grendel hierbij op te tellen.
TWIST RATE

De draaisnelheid van de kogel in de loop van het geweer. De rotatiesnelheid wordt vaak opgegeven door de fabrikant van het wapen of de loop. Invoerveld.

VERTICAL SIGHT SCALE FACTOR

Een lineaire vermenigvuldiging waarbij rekening wordt gehouden met verticale schaling. Niet alle richtkijkers zijn perfect, waardoor de ballistische oplossing op schaal moet worden gecorrigeerd voor een bepaalde richtkijker. Als het mondstuk van de loop bijvoorbeeld met 10 mil wordt verplaatst, maar de inslag 9 mil is, is de zichtschaal 0,9. Invoerveld.

ZERO HEIGHT

Een optionele aanpassing voor beïnvloeding van de hoogte bij nulinstelling. Dit wordt vaak gebruikt wanneer u een demper plaatst of een subsonische lading gebruikt. Als u bijvoorbeeld een demper plaatst en de kogel het doel raakt op 1 inch hoger dan verwacht, is de ZERO HEIGHT 1 inch. U moet dit instellen op nul wanneer u de demper verwijdert. Invoerveld.

ZERO OFFSET

Een optionele aanpassing voor windcompensatie bij nulbereik. Dit wordt vaak gebruikt wanneer u een demper plaatst of een subsonische lading gebruikt. Als u bijvoorbeeld een demper plaatst en de kogel het doel raakt op 1 inch links van de verwachte inslagpositie, is de ZERO OFFSET -1 inch. U moet dit instellen op nul wanneer u de demper verwijdert. Invoerveld.

ZERO RANGE

De afstand waarbij het wapen is ingesteld op nul. Invoerveld.

Profielvelden, wapeneigenschappen, Snelheid in loopmondstuk kalibreren

ENTER RANGE

De afstand van het loopmondstuk tot het doel. Invoerveld.

TIP: Voer een waarde in die zo dicht mogelijk bij de afstand ligt die wordt voorgesteld in de schietoplossing. Dit is de afstand waarop de kogel vertraagt tot mach 1,2 en het transsonische-snelheidsbereik binnengaat.
ENTER TRUE DROP

De werkelijke afstand die de kogel daalt tijdens de baan naar het doel, uitgedrukt in milliradian (mil) of boogminuten (MOA). Invoerveld.

Profielvelden, wapeneigenschappen, DSF-factor

ENTER RANGE

De afstand waarop u schiet. Invoerveld.

TIP: Deze afstand moet binnen 90% zijn van de aanbevolen afstand die wordt voorgesteld in de schietoplossing. Waarden die lager zijn dan 80% van de aanbevolen afstand bieden geen geldige correctie.
ENTER TRUE DROP

De werkelijke afstand die de kogel daalt na afvuren vanaf een specifieke afstand, uitgedrukt in milliradian (mil) of boogminuten (MOA). Invoerveld.

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-DB18CD76-26F4-4716-AC41-71F9D2BA4420 v4