Spoorinstellingen
Selecteer
op de menupagina.- OPNEMEN
-
Hiermee schakelt u het vastleggen van het spoor in.
- OPNAME-INTERVAL
-
Hiermee stelt u de methode en snelheid van het vastleggen van het spoorlog in. Met de optie AFSTAND kunt u de afstand tussen vastgelegde spoorpunten invoeren. Met de optie TIJD kunt u de tijd tussen vastgelegde spoorpunten invoeren. Met de optie AUTO kunt u automatisch spoorpunten vastleggen op basis van het geselecteerde resolutieniveau.
- RESOLUTIE
-
Hiermee kunt u instellen hoe vaak spoorpunten worden vastgelegd. Bij een hogere resolutie worden spoorpunten vaker vastgelegd en ontstaat er een gedetailleerder spoor, maar raakt het spoorlog ook sneller vol.
- NIEUWE REGEL INDIEN VOL
-
Hiermee wordt aangegeven of spoorpunten worden overschreven wanneer het geheugen van het toestel vol is.
Hoofdonderwerp: Toestelinstellingen