Uw activiteitenprofiel bijwerken
U kunt tien activiteitenprofielen instellen. U kunt uw instellingen en de gegevensvelden voor een bepaalde activiteit of route aanpassen.
- Selecteer > Activiteitenprofielen.
- Selecteer een optie:
-
Selecteer een profiel.
-
Selecteer Maak nieuw om een profiel te maken of te kopiëren.
-
- Wijzig zo nodig de naam en kleur voor het profiel.
- Selecteer een optie:
-
Selecteer Gegevensschermen om de gegevensschermen en gegevensvelden aan te passen (Een gegevensscherm toevoegen).
- Selecteer Standaardrittype om het bij dit activiteitenprofiel passende type rit in te stellen, zoals rit tussen kantoor en huis.TIP: Na een rit die niet bij het profiel past, kunt u het rittype handmatig bijwerken. Nauwkeurige rittypegegevens zijn belangrijk voor het kiezen van fietsvriendelijke routes.
-
Selecteer Segmenten om uw ingeschakelde segmenten weer te geven (Segmenten inschakelen).
-
Selecteer ClimbPro om de ClimbPro functie in te schakelen (ClimbPro gebruiken).
-
Selecteer Waarschuwingen om uw trainingswaarschuwingen aan te passen (Waarschuwingen).
-
Selecteer Automatische functies > Auto Lap om in te stellen hoe rondes worden gemarkeerd (Ronden op positie markeren).
-
Selecteer Automatische functies > Automatische slaapstand om in te stellen dat het toestel automatisch in de slaapstand gaat na 5 minuten inactiviteit (Automatische slaapstand gebruiken).
-
Selecteer Automatische functies > Auto Pause om in te stellen wanneer de activiteiten-timer automatisch pauzeert (Auto Pause gebruiken).
-
Selecteer Automatische functies > Auto Scroll om de weergave van de pagina's met trainingsgegevens aan te passen wanneer de activiteiten-timer loopt (Auto Scroll gebruiken).
-
Selecteer Timer start-modus om in te stellen hoe het toestel het begin van een rit detecteert en dat de activiteitentimer automatisch start (De timer automatisch starten).
-
Selecteer Voeding/hydratatie om te kunnen bijhouden hoeveel u eet en drinkt.
-
Selecteer MTB/CX > Reg grit/flow/spr om grit, flow en sprongen te registreren.
-
Selecteer Navigatie > Kaart om de kaartinstellingen aan te passen (Kaartinstellingen).
-
Selecteer Navigatie > Routebepaling om de route-instellingen aan te passen (Route-instellingen).
-
Selecteer Navigatie > Navigatie-aanwijzingen om navigatieberichten weer te geven met behulp van een kaartweergave of tekstaanwijzing.
-
Selecteer Navigatie > Waarschuwing scherpe bocht om navigatiewaarschuwingen in te schakelen bij moeilijke bochten.
-
Selecteer GPS-modus om GPS uit te schakelen (Indoortrainingen) of de satellietinstelling te wijzigen (De satellietinstelling wijzigen).
-
Selecteer Aanraakgevoeligheid om de gevoeligheid van het aanraakscherm aan te passen.
Alle wijzigingen die u aanbrengt worden opgeslagen in het activiteitenprofiel.
-