De watertemperatuurcorrectie instellen

Voordat u de watertemperatuurcorrectie kunt instellen, moet u een NMEA® 0183-watertemperatuursensor of een transducer met temperatuursensor aansluiten om de watertemperatuur te meten.

De temperatuurcorrectie compenseert de temperatuurmeting van een temperatuursensor.

  1. Meet de watertemperatuur aan de hand van een temperatuursensor of een transducer met temperatuurmeting die is aangesloten op de kaartplotter.
  2. Meet de watertemperatuur met een andere temperatuursensor of een thermometer die nauwkeuriger is.
  3. Trek de in stap 1 gemeten watertemperatuur af van de watertemperatuur die u hebt gemeten in stap 2.

    Het resultaat is de temperatuurcorrectie. Voer deze waarde in stap 5 in als een positief getal als de op de kaartplotter aangesloten sensor een koudere watertemperatuur aangeeft dan in werkelijkheid het geval is. Voer deze waarde in stap 5 in als een negatief getal als de op de kaartplotter aangesloten sensor een warmere watertemperatuur aangeeft dan in werkelijkheid het geval is.

  4. Selecteer Instellingen > Mijn boot > Temp.correctie.
  5. Voer de in stap 3 berekende temperatuurcorrectie in.
Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-84A6F0AE-1151-4726-BDEE-50B0207499FA v5