Eenheden instellen

Selecteer Instellingen > Eenheden.

Systeemeenheden

Stelt de systeemeenheid in voor het toestel.

Afwijking

Hiermee wordt de magnetische afwijking, de hoek tussen het magnetische noorden en het ware noorden, ingesteld voor uw huidige locatie.

Noordreferentie

Stelt de richtingreferenties in voor het berekenen van de koersinformatie. Waar stelt het geografische noorden in als de noordreferentie. Grid stelt het kaartnoorden in als de noordreferentie (000º). Magnetisch stelt het magnetische noorden in als de noordreferentie.

Positieweergave

Hiermee selecteert u het positieformaat waarmee een locatie wordt aangeduid. Wijzig het positieformaat alleen wanneer u een kaart gebruikt met een afwijkende indeling.

Kaartdatum

Hiermee stelt u het coördinaatsysteem van de kaart in. Wijzig deze instelling alleen wanneer u een kaart gebruikt met een afwijkende kaartindeling.

Drukreferentietijd

Stelt de referentietijd in voor het berekenen van de barometertrend. Deze waarde wordt in het veld Barometer weergegeven.

Tijdweergave

Hiermee kiest u UTC-, 12-uurs- of 24-uurs-tijdweergave.

Tijdzone

Stelt de tijdzone in of maakt automatische selectie mogelijk op basis van de GPS-locatie.

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-84A6F0AE-1151-4726-BDEE-50B0207499FA v5