Het opslaginterval van het spoorlog configureren

U kunt de frequentie aangeven waarmee de sporen worden geregistreerd. Het frequent vastleggen van spoorpunten is nauwkeuriger maar hierdoor raakt het logboek met sporen wel sneller vol. Het resolutie-interval wordt aanbevolen voor het meest efficiënte gebruik van het geheugen.

  1. Selecteer Gebruikersgegevens > Sporen > Actieve spooropties > Opslaginterval > Interval.
  2. Selecteer een optie:
    • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van de afstand tussen twee punten, selecteert u Afstand > Wijzig en voert u de afstand in.

    • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van tijdinterval, selecteert u Tijd > Wijzig en geeft u de interval op.

    • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van een afwijking in de koers, selecteert u Resolutie > Wijzig en voert u de maximale toegestane fout in van de ware koers voordat er een spoorpunt wordt vastgelegd.

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-84A6F0AE-1151-4726-BDEE-50B0207499FA v5