Tips na het koppelen van de toestellen

  • Nadat de toestellen eenmaal zijn gekoppeld, kunnen ze automatisch verbinding maken zodra u ze inschakelt.

  • Wanneer uw telefoon is verbonden met uw toestel, kunt u spraakoproepen ontvangen.

  • Wanneer u het toestel inschakelt, probeert het toestel een koppeling tot stand te brengen met de laatste telefoon waaraan het was gekoppeld.

  • Mogelijk dient u uw telefoon zodanig in te stellen dat deze automatisch koppelt met het toestel wanneer het toestel wordt ingeschakeld.

  • De machtiging voor het delen van contacten moet ingeschakeld zijn om telefoongesprekken te kunnen beginnen. U kunt de machtiging voor het navigatietoestel inschakelen bij de Bluetooth® instellingen op uw telefoon.

  • U moet nagaan of de Bluetooth functies die u wilt gebruiken zijn ingeschakeld (Bluetooth functies in- of uitschakelen).

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-E3EEE22C-B272-4306-A0C9-4E4ECDA3BE3A v3