Voordat u een slag kunt registreren, moet u uw Approach® CT10 sensoren met een compatibel Garmin® golftoestel koppelen en sensoren toewijzen aan uw clubs.
-
Bevestig alle sensoren aan uw clubs (De sensor aan een club vastmaken).
-
Haal een club uit uw golftas.
Laat al uw overige clubs tijdens het koppelen in uw golftas.
TIP:
U moet het koppelingsproces in een goed verlichte ruimte voltooien. De sensoren worden automatisch geactiveerd op basis van het omgevingslicht.
-
Houd de club op maximaal 1 m (3 ft.) afstand van uw toestel.
OPMERKING:
Het handvat moet omhoog zijn gericht.
-
Selecteer bij de toestelinstellingen .
Het toestel begint de sensor te zoeken. Er wordt een bericht weergegeven wanneer de sensor is gedetecteerd.
-
Volg de instructies op het scherm om uw toestel met de club te koppelen die u uit de tas hebt gehaald.
Er wordt een bericht weergegeven wanneer de sensor is toegewezen.
-
Doe de club terug in uw golftas.
-
Haal de volgende club uit uw golftas.
-
Herhaal stappen 5 t/m 7 totdat alle sensoren aan uw clubs zijn toegewezen.