Tips voor het gebruiken van de sensoren

  • Probeer voor de beste resultaten te voorkomen dat uw clubs tegen elkaar stoten, op de grond vallen of dat u ze gebruikt om graszoden recht te leggen.
  • Draag geen meerdere clubs in dezelfde hand om te voorkomen dat ze tegen elkaar stoten.
  • Draag uw clubs ondersteboven of horizontaal om te voorkomen dat er onterecht slagen worden gedetecteerd.
  • Maak oefenswings vanaf dezelfde positie als de bal.

    De sensoren maken automatisch onderscheid tussen oefenswings en echte slagen wanneer deze vanaf dezelfde positie worden gemaakt.

    OPMERKING: Dit geldt niet voor de putter. Wanneer een sensor aan een putter is toegewezen, is hij gevoeliger, zodat hij nauwkeurig uw putts kan detecteren.
  • Raak de bal bij alle slagen op de juiste manier.
    OPMERKING: 'Tap-in putts' worden mogelijk niet geregistreerd tenzij ze in de juiste houding zijn uitgevoerd.
  • Sta even stil voordat u een swing maakt.
  • Bewaar uw clubs ondersteboven in uw golftas wanneer u ze niet gebruikt.

    Wanneer u uw clubs op een donkere plek bewaart, kunt u het maximale uit de levensduur van de sensorbatterijen halen.

GUID-3C48D958-8DB3-4257-9EA9-70A844CD227B v7
Augustus 2023