Een duiksessie starten

LET OP

Voor de beste resultaten moet u het kompas vóór elke duik kalibreren. Als het kompas niet wordt gekalibreerd, kan dit leiden tot slechte locatiegegevens en kunnen duikers onjuiste gegevens ontvangen over de richting naar de boei.

OPMERKING

Kalibreer het elektronische kompas buiten. Zorg dat u zich niet in de buurt bevindt van objecten die invloed uitoefenen op magnetische velden, zoals voertuigen, gebouwen of elektriciteitskabels.

Voordat u een duiksessie start, moet u de boei instellen met de Garmin Dive™ app (De boei instellen met de Garmin Dive app) en het duiknetwerk instellen voor alle duikers in de groep (Duiknetwerk).

  1. Om de boei in te schakelen, houdt u de knop twee seconden ingedrukt tot u een pieptoon hoort.

    De boei begint te piepen en het statuslampje begint groen te knipperen terwijl de boei wordt ingeschakeld. Er klinkt een toon en het statuslampje knippert langzaam wit.

  2. Open de systeeminstellingen op uw mobiele apparaat en maak verbinding met het Wi‑Fi® netwerk van de Descent™ S1S1-boei.
  3. Selecteer in de Garmin Dive app Meer > Garmin toestellen, selecteer de boei en selecteer Start sessie.
  4. Volg de kompaskalibratie-instructies op het scherm en draai het toestel langzaam door de 3-assige rotaties.

    De Garmin Dive app geeft aan wanneer de kalibratie is voltooid.

  5. Selecteer Duikers en bevestig dat alle duikers in de lijst worden weergegeven.
  6. Gebruik een tuidraad om de boei aan de boei van de boot of de decoboei te bevestigen en plaats de boei in het water (Tips voor positionering van boei).
  7. Begin de duik en gebruik de Garmin Dive app om de duikers vanaf het oppervlak te controleren.
  8. Selecteer Locatie om de geschatte locatie van duikers onder water weer te geven.
    TIP: Duikers kunnen tijdens een duik terugnavigeren naar de boei met behulp van locatiegegevens die op hun duikcomputer worden weergegeven. Raadpleeg uw Descent gebruikershandleiding voor meer informatie.
  9. Selecteer Berichten sturen om berichten naar een of meer duikers te verzenden en ontvangen berichten te bekijken.
  10. Selecteer Statistieken om gegevens over de diepte en tankdruk van elke duiker te bekijken.
  11. Selecteer aan het einde van de duiksessie Menu > Sessie afsluiten.

Aan het einde van een duik wanneer de gekoppelde duikcomputers zich buiten het water en binnen het bereik van de boei bevinden, worden ze automatisch verbonden en gesynchroniseerd. U kunt uw onderwater-warmtekaarten bekijken voor informatie over de geschatte locatie in de Garmin Dive app. Indien nodig kunt u Duikinstellingen > Duiknetwerk- en luchtintegratie > Boeien selecteren, de boei selecteren en Synchroniseer selecteren om na een duik handmatig te synchroniseren met de boei.

GUID-F032AB3F-3DE6-4822-9233-C99458D861B6 v1
Juli 2025