Een duiksessie starten
Voor de beste resultaten moet u het kompas vóór elke duik kalibreren. Als het kompas niet wordt gekalibreerd, kan dit leiden tot slechte locatiegegevens en kunnen duikers onjuiste gegevens ontvangen over de richting naar de boei.
Kalibreer het elektronische kompas buiten. Zorg dat u zich niet in de buurt bevindt van objecten die invloed uitoefenen op magnetische velden, zoals voertuigen, gebouwen of elektriciteitskabels.
Voordat u een duiksessie start, moet u de boei instellen met de Garmin Dive™ app (De boei instellen met de Garmin Dive app) en het duiknetwerk instellen voor alle duikers in de groep (Duiknetwerk).
Aan het einde van een duik wanneer de gekoppelde duikcomputers zich buiten het water en binnen het bereik van de boei bevinden, worden ze automatisch verbonden en gesynchroniseerd. U kunt uw onderwater-warmtekaarten bekijken voor informatie over de geschatte locatie in de Garmin Dive app. Indien nodig kunt u selecteren, de boei selecteren en Synchroniseer selecteren om na een duik handmatig te synchroniseren met de boei.