De begeleidingslijnen uitlijnen
Voor optimale referentie, moeten de begeleidingslijnen zijn uitgelijnd met de buitenste randen van uw voertuig. U dient de begeleidingslijnen voor elke achteruitrijcamera afzonderlijk uit te lijnen. Op sommige modellen is aanpassing automatisch beschikbaar na het koppelen van een camera.
U moet ervoor zorgen dat de begeleidingslijnen goed zijn uitgelijnd voordat u het toestel gebruikt en nadat u de camerahoek hebt aangepast. Het niet goed uitlijnen van de begeleidingslijnen kan leiden tot een ongeval of aanrijding, met schade aan eigendommen, ernstig letsel of de dood tot gevolg.
Hoofdonderwerp: Begeleidingslijnen