Het toestel verzonken monteren
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
De meegeleverde sjabloon en het meegeleverde bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel verzonken te monteren op uw dashboard.
- Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op de locatie waar u het toestel wilt monteren.
- Bevestig de sjabloon op de montageplek.
- Maak met een boor van 14 mm (9/16 in.) een of meer gaten in de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om het montageoppervlak voor te bereiden voor zagen.
- Zaag met een decoupeerzaag of slijptol het montageoppervlak uit langs de binnenkant van de streepjeslijn op de sjabloon.
- Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past.
- Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening heel precies op maat te krijgen.
- Wrik voorzichtig de hoeken van de trimkapjes met een plat stukje plastic of een schroevendraaier, schuif het gereedschap naar het midden en verwijder de trimkapjes. OPMERKING
Gebruik indien mogelijk plastic gereedschap. Als u metaal gereedschap gebruikt zoals een schroevendraaier, kunt u de trimkapjes of het toestel beschadigen.
- Als het toestel goed in de opening past, dient u te controleren of de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd met de grotere gaten van 6 mm (1/4 in.) op de sjabloon.
- Markeer de nieuwe locaties van de montagegaten als deze niet zijn uitgelijnd met het toestel.
- Selecteer een optie:
-
Als u een moerplaat gebruikt, boort u een gat van 6 mm (1/4 in.) in de locatie van het grotere gat.
-
Als u geen moerplaat gebruikt, boort u gaten van 3,2 mm (1/8 in.) in de locaties van de grotere gaten.
-
- Plaats vanaf één hoek van de sjabloon een moerplaat over het grotere gat dat u in de vorige stap hebt geboord.
Als u een moerplaat gebruikt, moet het kleinere gat op de moerplaat worden uitgelijnd met het kleinere gat op de sjabloon.
- Markeer de nieuwe locatie van het gat als het kleinere gat op de moerplaat niet is uitgelijnd met het kleinere gat op de sjabloon.
- Als u een moerplaat gebruikt, boort u een gat van 3,6 mm (9/64 in.) in de locatie van het kleinere gat.
- Herhaal de stappen om de plaatsing van de resterende moerplaten en gaten op de sjabloon te controleren.
- Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
- Plaats vanaf één hoek van de montagelocatie een moerplaat op de achterzijde van het montageoppervlak, waarbij u de grote en kleine gaten uitlijnt.
Het hogere gedeelte van de moerplaat moet passen in het grotere gat.
- Bevestig de moerplaten stevig aan het montageoppervlak door de meegeleverde M3-schroeven vast te draaien door de kleinere gaten van 3,6 mm (9/64 inch).
- Installeer de schuimrubberen pakking aan de achterzijde van het toestel.
De delen van de schuimrubberen pakking hebben een zelfklevende strip aan de achterzijde. Verwijder de beschermfolie voordat u deze delen bevestigt aan het toestel.
- Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst. OPMERKING
Bedek ongebruikte aansluitingen met de bevestigde weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten roesten.
- Breng watervaste kit aan tussen het montageoppervlak en het toestel om deze ruimte op te vullen. Dit voorkomt waterschade achter het dashboard.
- Als u toegang hebt tot de achterzijde van het toestel, kunt u watervaste kit aanbrengen rond de opening.
- Plaats het toestel in de opening.
- Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de meegeleverde M4-schroeven .
- Veeg de overtollige waterdichte kit weg.
- Bevestig de trimkapjes door deze op hun plaats te klikken rondom het toestel.