OPMERKING
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de schroeven worden aangedraaid.
OPMERKING
Roestvrijstalen schroeven kunnen zich gaan binden wanneer ze in het glasvezel worden geschroefd en te strak worden aangedraaid.
Garmin® raadt het aanbrengen van zuurvrij smeermiddel op schroeven aan voordat u deze installeert.
Voordat u de antenne permanent bevestigt, moet u testen of deze goed werkt op de montagelocatie (Overwegingen bij montage van antenne).
- Markeer de locatie van de drie boorgaten met behulp van de meegeleverde beugelsteun
als uw montagesjabloon en zoek het kabelgat in het midden van de beugel.
- Leg de oppervlakmontagesteun opzij.
Boor niet door de beugel.
- Boor drie voorboorgaten van 3,2 mm (1/8 inch).
- Gebruik een gatenzaag van 25 mm (1 inch) om het kabelgat in het midden te maken.
- Plaats de afdichting
onder de oppervlakmontagesteun en lijn de schroefgaten daarbij uit.
- Bevestig de oppervlakmontagesteun met de meegeleverde M4-schroeven op het oppervlak.
- Leid de kabel
door het gat van 25 mm (1 inch) en verbind deze met de antenne.
- Controleer of de grote rubberen pakking
is aangebracht, plaats de antenne op de oppervlakmontagesteun en draai de antenne naar rechts totdat deze stevig vastzit.
- Bevestig de antenne met de meegeleverde M3-schroef
aan de montagesteun.
- Leid de kabel weg van bronnen van elektronische interferentie.