Gegevens ontvangen van uw toestel voor de hond

Voordat u gegevens kunt ontvangen, moet u de zendfunctie op uw compatibele Alpha® handheld-toestel voor het volgen van honden inschakelen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw toestel voor het volgen van honden voor meer informatie.

  1. Houd het handheld-toestel voor het volgen van honden binnen 3 m (10 ft.) van uw GPSMAP® navigatietoestel.
    TIP: Uw GPSMAP navigatietoestel ontvangt gegevens van één compatibel toestel tegelijk. Houd meer dan 3 m (10 ft.) afstand van andere toestellen of schakel de zendfunctie uit van toestellen waarvan u geen gegevens wilt ontvangen.
  2. Selecteer op uw GPSMAP navigatietoestel, Lijst met apps om de lijst met apps te openen en selecteer DogTrack.
  3. Druk op MENU om het optiemenu te openen.
  4. Selecteer Sensors > DogTrack > Aan.

    U ziet een lijst met toestellen in de buurt.

  5. Selecteer uw handheld-toestel voor het volgen van honden in de lijst.

De toestellen maken automatisch verbinding en worden automatisch gesynchroniseerd.

GUID-A494ACED-FFD6-481B-9DAF-D521E717FE5F v3
November 2025