Twee compatibele ECHOMAP toestellen verbinden om gebruikersgegevens en sonar te delen
U kunt een ECHOMAP™ Ultra 2 toestel verbinden met een ander ECHOMAP Ultra 2 toestel of met een ECHOMAP UHD2 toestel om gebruikersgegevens en sonar draadloos te delen.
Gebruikersgegevens worden automatisch gedeeld tussen de twee toestellen terwijl ze zijn verbonden. Voor het delen van sonar moet u mogelijk een sonarbron selecteren (Sonargegevens delen).
Als u de twee toestellen wilt verbinden, moet u één toestel aanwijzen als de host en het andere toestel als de client. U kunt slechts twee compatibele ECHOMAP toestellen tegelijk aansluiten. Het hosttoestel kan worden verbonden met andere draadloze toestellen, zoals uw smartphone of tablet, terwijl het is verbonden met het clienttoestel.
- Zorg ervoor dat de twee compatibele ECHOMAP toestellen zich binnen een bereik van 32 m (105 ft.) bevinden en schakel beide toestellen in.
- Stel op het compatibele ECHOMAP toestel dat het netwerk zal hosten het Wi‑Fi® netwerk in (Het Wi‑Fi netwerk instellen).
-
Selecteer op het compatibele ECHOMAP hosttoestel
> Communicatie > Wi-Fi netwerk > Wi-Fi > Aan > Host > Kaartplotter koppelen > Start.
-
Selecteer op het compatibele ECHOMAP clienttoestel > Communicatie > Wi-Fi netwerk > Wi-Fi > Aan > Client > Host koppelen > Start.
- Selecteer OK nadat de toestellen verbinding hebben gemaakt.
U kunt de toestellen ontkoppelen en de gegevens voor draadloos aanmelden verwijderen, zodat de toestellen voortaan geen verbinding meer proberen te maken. Hiervoor selecteert u op het clienttoestel > Communicatie > Wi-Fi netwerk > Koppeling verwijderen.
Als u de twee toestellen niet kunt verbinden, los dan de verbindingsproblemen op en probeer het opnieuw (Problemen met de draadloze verbinding oplossen).