Inkomende noodoproepen

Als uw compatibele kaartplotter is verbonden met een compatibele VHF radio, ontvangt u een waarschuwing van de kaartplotter wanneer er een DSC-noodoproep over de VHF radio wordt ontvangen. Als er positiegegevens zijn verzonden bij de noodoproep, wordt die informatie tegelijk met de oproep opgenomen en beschikbaar gesteld.

Symbool DSC-noodoproep verwijst naar een noodoproep in de DSC-lijst en markeert op de navigatiekaart de positie van het schip op het moment dat de DSC-noodoproep werd verzonden.

Naar een schip in nood navigeren

Het pictogram Symbool DSC-noodoproep verwijst naar een noodoproep in de DSC-lijst en markeert op de navigatiekaart de positie van een schip op het moment dat de DSC-noodoproep werd verzonden.

  1. Selecteer vanuit een kaart of 3D-kaartweergave Menu-knop > Lagen > Overige schepen > DSC > DSC-lijst.
  2. Selecteer een oproep met een positiemelding.
  3. Selecteer Bekijk > Navigeer nr.
  4. Selecteer Ga naar of Route naar.

Noodoproepen (man-over-boord) uitvoeren via een marifoon

Wanneer uw kaartplotter is verbonden met een marifoon die compatibel is met NMEA 2000® en u een DSC-noodoproep voor man-over-boord initieert vanaf uw marifoon, wordt het scherm Man-over-boord weergegeven op de kaartplotter en wordt u gevraagd naar het punt te navigeren waar de persoon van boord is gevallen. Als er een compatibele stuurautomaat is verbonden met het netwerk, vraagt uw kaartplotter u een MOB-manoeuvre uit te voeren naar dit punt.

Als u de noodoproep voor man-over-boord annuleert via de marifoon, verdwijnt het kaartplotterscherm waarin u wordt gevraagd te navigeren naar het punt waarop de persoon van boord is gevallen.

GUID-900F784C-8371-433B-B263-67611C27A94C v11
September 2025