De koplampinstellingen aanpassen met uw Edge fietscomputer

WAARSCHUWING

De koplamp kan worden geprogrammeerd om te branden met verschillende helderheidsgraden en om met verschillende tussenpozen te knipperen. Neem contact op met uw arts als u epilepsie hebt of gevoelig bent voor fel of knipperend licht.

Voordat u de Varia™ toestelinstellingen kunt aanpassen met uw Edge® fietscomputer, moet u de toestellen koppelen (De Varia Vue koppelen met een compatibele Edge fietscomputer).

  1. Selecteer in het menu Sensors, Lichten.
  2. Selecteer een optie:
    • Selecteer Inschakelen om het lichtnetwerk in te schakelen.

    • Selecteer Netwerkopties > Lichtmodus om de lichtintensiteitsmodus in te stellen voor alle lichten in uw netwerk (Lichtmodusinstellingen).

    • Selecteer Netwerkopties > Lichtbundel geactiveerd om de koplamp automatisch in te schakelen wanneer de timer wordt gestart of wanneer de Edge fietscomputer wordt ingeschakeld.

    • Selecteer Netwerkopties > Testlampen om te controleren of elk licht in uw netwerk correct is ingesteld (Het lichtnetwerk testen).

    • Selecteer Netwerkopties > Automatische bundelaanpassing om de intensiteit van de lichtbundel automatisch af te stemmen op de snelheid. Normaliter wordt een hoge lichtintensiteit gebruikt bij hoge snelheden en een lage lichtintensiteit bij lage snelheden (Automatische bundelintensiteit).

    • Selecteer een licht om de toestelgegevens weer te geven en elk licht in uw netwerk aan te passen (Lichtnetwerkinstellingen).

Lichtnetwerkinstellingen

Selecteer in het menu Sensors, Lichten, en vervolgens een gekoppeld lampje.

OPMERKING: Niet alle instellingen zijn beschikbaar voor alle Edge fietscomputers.
Sensor-ID

Geeft het identificatienummer van de sensor weer.

Verbindingstype

Geeft de technologie weer die wordt gebruikt om verbinding te maken met de sensor.

Over

Geeft informatie weer over het toestel en software.

Camera-instellingen

Hiermee stelt u de videoresolutie en opnamemodus in, schakelt u audio-opname uit, schakelt u beeldstabilisatie in en meer.

Lichtmodus

Hiermee wordt de modus voor lichtintensiteit en patroon ingesteld of wordt het licht uitgeschakeld.

OPMERKING: Deze instelling is beschikbaar als u de lichtmodusinstelling Individueel selecteert (Lichtmodusinstellingen).
Verwijder

Hiermee kunt u een gekoppeld licht uit het netwerk verwijderen.

Lichtmodusinstellingen

Selecteer in het menu Sensors, Lichten > Netwerkopties > Lichtmodus.

Auto

Hiermee worden de lichtintensiteit en lichtmodus automatisch aangepast op basis van het omgevingslicht of de tijd van de dag. Deze modus wordt aanbevolen voor woon-werkverkeer of fietstochten op de weg.

Goede zichtbaarheid

Hiermee wordt de lichtintensiteit van de knippermodus ingesteld of de meest heldere instelling ingeschakeld.

Pad

Hiermee worden de lichtintensiteit en lichtmodus automatisch aangepast op basis van het omgevingslicht of de tijd van de dag. Deze modus wordt aanbevolen voor rijden op paden.

Individueel

Hiermee kunt u de lichtintensiteit en de patroonmodus instellen voor elk licht in uw netwerk (Lichtnetwerkinstellingen).

Het lichtnetwerk testen

  1. Selecteer in het menu Sensors, Lichten > Netwerkopties > Testlampen.
  2. Selecteer het licht dat u wilt testen.

    Het licht knippert als het is verbonden.

GUID-8DFBD71F-8C87-485C-BDD0-9B8FD2DE86DD v2
Mei 2025