De camera op uw voorruit bevestigen

OPMERKING

De plaksteun is bedoeld voor langdurige montage en is mogelijk moeilijk te verwijderen. Bepaal van te voren nauwkeurig waar u de steun wilt plaatsen voordat u deze bevestigt.

Voordat u de plaksteun op de voorruit kunt aanbrengen, dient u de aandachtspunten voor de montage op de voorruit door te nemen.

Voor de beste resultaten moet de omgevingstemperatuur tussen de 21° en 38°C (70° tot 100°F) zijn bij het plaatsen van de camera op de voorruit. De plaklaag hecht mogelijk niet goed als de temperatuur buiten dit bereik ligt. Als u de camera bij lagere temperaturen plaatst, moet u alle sneeuw, ijs en vocht van de voorruit verwijderen en de voorruit verwarmen met de ontdooier voordat u de camera installeert.

De camera wordt met de meegeleverde plaksteun aan de voorruit bevestigd.

  1. Maak de binnenkant van de voorruit schoon met water of alcohol en een pluisvrije doek.

    De voorruit moet vrij zijn van stof, was, olie of coatings.

  2. Houd de camera op de gewenste montageplaats op de voorruit en controleer of de camera duidelijk, onbelemmerd zicht heeft.
    TIP: U kunt de functie Live View in de Garmin Drive™ app gebruiken om het gezichtsveld van de camera te zien (De live-beelden van de camera bekijken).
  3. Nadat u een bevestigingsplaats met duidelijk zicht hebt geselecteerd, verwijdert u de beschermfolie van de plaksteun.

    Beschermfolie losgetrokken van de plaksteun
  4. Plaats de steun ter hoogte van de bevestigingsplaats.
    TIP: De plaklaag is bijzonder plakkerig. Zorg dat de plaklaag niet tegen de voorruit komt tot de steun zich op de juiste plaats bevindt.
  5. Druk de steun vervolgens stevig op de voorruit en houd de steun 30 seconden op de voorruit gedrukt.

    Zo zorgt u ervoor dat de plaksteun voldoende contact heeft met de voorruit.


    Camera en steun op een voorruit gedrukt
GUID-8B5CEA4F-A508-4496-9EDE-B6D1669C09BE v2
Maart 2025