De watertemperatuurcorrectie instellen

De temperatuurcorrectie compenseert de temperatuurmeting van een temperatuursensor of transducer met temperatuurmeting.

  1. Meet de watertemperatuur aan de hand van een temperatuursensor of transducer met temperatuurmeting die is aangesloten op het netwerk.
  2. Meet de watertemperatuur met een andere temperatuursensor of een thermometer die nauwkeuriger is.
  3. Trek de in stap 1 gemeten watertemperatuur af van de watertemperatuur die u hebt gemeten in stap 2.

    Deze waarde is de temperatuurcorrectie. Voer deze waarde in stap 5 in als positief getal wanneer de sensor een koudere watertemperatuur aangeeft dan in werkelijkheid het geval is. Voer deze waarde in stap 5 in als negatief getal wanneer de sensor een warmere watertemperatuur aangeeft dan in werkelijkheid het geval is.

  4. Voer een van onderstaande handelingen uit:
    • Als de sensor of transducer is aangesloten op de kaartplotter of een sonarmodule, selecteert u Instellingen > Mijn boot > Temperatuurcorrectie.

    • Als de transducer is aangesloten op het NMEA 2000® netwerk, selecteert u Instellingen > Communicatie > NMEA 2000-instelling > Toestellenlijst, selecteert u de transducer en selecteert u Bekijk > Temperatuurcorrectie.

  5. Voer de in stap 3 berekende waarde voor temperatuurcorrectie in.
Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-413FE004-9D7D-474E-8423-3B787BC4A5BF v11