Het opslaginterval van het spoorlog configureren

U kunt de frequentie aangeven waarmee de sporen worden geregistreerd. Het frequent vastleggen van spoorpunten is nauwkeuriger maar hierdoor raakt het logboek met sporen wel sneller vol. Het resolutie-interval wordt aanbevolen voor het meest efficiënte gebruik van het geheugen.

  1. Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen > Actieve spooropties > Interval.
  2. Selecteer een optie:
    • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van de afstand tussen twee punten, selecteert u Interval > Afstand > Wijzig en voert u de afstand in.

    • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van tijdinterval, selecteert u Interval > Tijd > Wijzig en geeft u het interval op.

    • Als u een spoor wilt vastleggen op basis van een afwijking in de koers, selecteert u Interval > Resolutie > Wijzig en voert u de maximale toegestane fout in van de ware koers voordat er een spoorpunt wordt vastgelegd. Dit is de aanbevolen instelling voor opnamen.

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-413FE004-9D7D-474E-8423-3B787BC4A5BF v11