De functietoetsen configureren

De twee toetsen 1 en 2 op het toetsenbord kunnen worden geconfigureerd met een compatibele kaartplotter of een GHC™ 50 roerbediening die is aangesloten op de stuurautomaat.

  1. Selecteer in het stuurautomaatscherm Opties > Stuurautomaat instellen > Stuurautomaattoetsenbord > Configuratie van stuurautomaattoetsenbord
  2. Selecteer een optie:
    • Als u de toets met het label 1 wilt configureren, selecteert u Druppel 1.

    • Als u de toets met het label 2 wilt configureren, selecteert u Druppel 2.

  3. Selecteer de functie die u aan de toets wilt toewijzen.
  4. Herhaal deze procedure indien nodig voor de andere toets.
GUID-3E67C80C-0812-4EEC-BC60-699751B9CF6F v12
September 2025