Inkomende noodoproepen
Als uw compatibele kaartplotter is verbonden met een compatibele VHF radio, ontvangt u een waarschuwing van de kaartplotter wanneer er een DSC-noodoproep over de VHF radio wordt ontvangen. Als er positiegegevens zijn verzonden bij de noodoproep, wordt die informatie tegelijk met de oproep opgenomen en beschikbaar gesteld.
verwijst naar een noodoproep in de DSC-lijst en markeert op de navigatiekaart de positie van het schip op het moment dat de DSC-noodoproep werd verzonden.
Naar een schip in nood navigeren
Het pictogram verwijst naar een noodoproep in de DSC-lijst en markeert op de navigatiekaart de positie van een schip op het moment dat de DSC-noodoproep werd verzonden.
Noodoproepen (man-over-boord) uitvoeren via een marifoon
Wanneer uw kaartplotter is verbonden met een marifoon die compatibel is met NMEA 2000® en u een DSC-noodoproep voor man-over-boord initieert vanaf uw marifoon, wordt het scherm Man-over-boord weergegeven op de kaartplotter en wordt u gevraagd naar het punt te navigeren waar de persoon van boord is gevallen. Als er een compatibele stuurautomaat is verbonden met het netwerk, vraagt uw kaartplotter u een MOB-manoeuvre uit te voeren naar dit punt.
Als u de noodoproep voor man-over-boord annuleert via de marifoon, verdwijnt het kaartplotterscherm waarin u wordt gevraagd te navigeren naar het punt waarop de persoon van boord is gevallen.
Man-over boord- en noodoproepen geïnitieerd vanaf de kaartplotter
Wanneer uw kaartplotter is verbonden met een marifoon die compatibel is met Garmin® NMEA 2000 en u een SOS- of man-over-boord-locatie markeert, wordt op de marifoon de pagina Noodoproep weergegeven zodat u snel een noodoproep kunt doen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de marifoon voor informatie over het uitvoeren van noodoproepen via de marifoon. Meer informatie over het markeren van een MOB- of SOS-locatie vindt u in Een man-over-boordlocatie of een andere SOS-locatie markeren.