Sonarinstellingen
Selecteer .
- Bekijk
-
Hiermee wordt een Traditioneel sonarweergave of een Flitser weergave getoond (Flitserweergave).
- Frequentie
-
Past de frequentie van de sonar voor uw specifieke doel en de huidige waterdiepte aan.
De 455 kHz instelling gebruikt een kleinere straalbreedte en is beter voor ruwe omstandigheden op zee. De weergave van bodem en thermoclines (inversielagen) kan beter zijn wanneer u een hogere frequentie gebruikt.
De 260 kHz instelling gebruikt een grotere straalbreedte, die een groter gebied bestrijkt, zodat u meer doelen kunt zien. Dit kan echter ook meer oppervlakteruis genereren. Bredere bundels genereren grotere visbogen, waardoor ze ideaal zijn voor het opsporen van vis. Bredere bundels werken ook beter in diep water, omdat de lagere frequentie beter doordringt in diep water. Ze kunnen ook worden gebruikt om te zoeken naar structuren zoals stapels takken op de bodem.
- Schuifsnelheid
-
Hiermee stelt u in hoe snel de sonargegevens van rechts naar links schuiven. Een hogere schuifsnelheid geeft meer details weer, met name als u vaart of op de motor vaart. Een lagere schuifsnelheid geeft sonargegevens langer op het scherm weer.
- A-Scope
-
Hiermee geeft u een verticale flitser weer aan de rechterzijde van het scherm, die aan de hand van een schaal meteen het bereik ten opzichte van doelen aangeeft.
- Vissymbolen
-
Hiermee stelt u in hoe de sonar zwevende doelen weergeeft.
- Herstel sonarstandaarden
-
Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen van de sonarweergave.